Pagina:Staatsregeling van Sint-Maarten.pdf/8

Deze pagina is proefgelezen

HOOFDSTUK 2
GRONDRECHTEN

§ 1. Vrijheden

Artikel 2

1. Een ieder heeft recht op leven. Dit recht wordt beschermd bij landsverordening. Niemand wordt willekeurig van het leven beroofd.

2. De doodstraf kan niet worden opgelegd.

Artikel 3

Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing.

Artikel 4

1. Niemand mag in slavernij of dienstbaarheid worden gehouden.

2. Niemand mag dwangarbeid of verplichte arbeid verrichten, anders dan als taakstraf.

3. Mensenhandel is verboden.

Artikel 5

1. Ieder heeft, behoudens bij of krachtens landsverordening te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.

2. Bij of krachtens landsverordening worden regels gesteld ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens. Deze gegevens moeten eerlijk worden verwerkt, voor bepaalde doeleinden en met toestemming van de betrokkene of op basis van een andere gerechtvaardigde grondslag waarin de landsverordening voorziet.

3. Bij of krachtens landsverordening worden regels gesteld inzake de aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgestelde gegevens en van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige gegevens.

Artikel 6

Een ieder heeft, behoudens bij of krachtens landsverordening te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.

Artikel 7

1. Het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is alleen geoorloofd in de gevallen bij landsverordening bepaald, door hen die daartoe bij landsverordening zijn aangewezen.

2. Voor het binnentreden overeenkomstig het eerste lid zijn voorafgaande legitimatie en mededeling van het doel van het binnentreden vereist, behoudens bij landsverordening gestelde uitzonderingen.

3. Aan de bewoner wordt binnen 48 uur een schriftelijk verslag van het binnentreden verstrekt. Indien het binnentreden in het belang van de nationale veiligheid of dat van de strafvordering heeft plaatsgevonden, kan volgens bij landsverordening te stellen regels de verstrekking van het verslag worden uitgesteld. In de bij landsverordening te bepalen gevallen kan de verstrekking achterwege worden gelaten, indien het belang van de nationale veiligheid zich tegen de verstrekking blijvend verzet.