ne onmenschelykheid jegens hunne Slaaven. "Wy verlangen, voegde hy 'er by, dat gy aan uwen Gouverneur en Raaden zegt, dat, zoo zy geenen opstand meer hebben willen, zy zorge moeten dragen, dat de Planters de menschen, die hun eigendom zyn, beter behandelen, en hen niet overlaaten aan de mishandeling van Bevelhebbers en Opzigters, die zig in den drank te buiten gaan, die de Negers met zoo veel onrechtvaardigheid, als wreedheid straffen, die hunne vrouwen en dogters verleiden, de zieken verwaarloozen, en op die wyze een groot aantal arbeidzaame en sterke menschen naar de bosschen jaagen, die met hun zweet uw onderhoud winnen, zonder welken de Volkplanting niet zoude kunnen bestaan, en aan wien gy eindelyk het onverdiend geluk hebt, om zoo laag den vrede te komen afbidden."
ABERCOMBIE de muitelingen verzogt hebbende, om hen door één of twee van hunne voornaamste Officieren tot Paramaribo te doen vergezellen, alwaar hy beloofde, dat zy wel ontfangen zouden worden, antwoordde ARABY hem met een glimlach, dat dit na een jaar de tyd zou zyn, wanneer de vrede geheel en al zou gesloten wezen; dat hy hun dan zynen jongsten zoon zoude zenden, om naar de manieren der Europeaanen