VIERDE HOOFTSTUK.
Eene korte tusschenpoozing van overvloed en vrede. — Nieuwe opstand, welke groote nadeelen, en byna den ondergang der Volkplanting veroorzaakt. — Monstering van het krygsvolk tot derzelver verdediging. — Gevecht tusschen dezelven en de muitelingen. — Goed gedrag van eene bende Negers. — Aankomst der Zee-Soldaaten van den Colonel {asc|FOURGEOUD}}.
In 't jaar 1764, waaren de goude en zilvere speciën in Surinamen zoo zeldzaam, dat men daar aan te gemoet kwam door papieren-geld, een byzonder afdrukzel vertoonende. Het zelve bedroeg in 't geheel de somme van 40,000 ponden sterling, en diende in plaats van gemunt geld, met een verlies van 10 ten honderd.
In 't jaar 1769, viel 'er eene gebeurtenis voor, misschien eenvouwdig in zig zelve, maar zeer buitengewoon in dit Land; alwaar men 'er zeer verwonderd over was. Eene vrye Negerin, genaamt ELIZABETH SAMPSON, trouwde met een Europeaan. Zy had meer dan honderd duizend ponden sterling geërft van iemand, wiens slavin