Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/134

Deze pagina is proefgelezen

aan de Volkplanting van Surinamen byna den laatsten slag toegebragt. In dit noodlottig tydperk was alles in schrik en verslagenheid. Het grootste gedeelte der Colonisten, voor een algemeenen moord beducht, vlood uit hunne wooningen weg, en nam in meenigte de wyk naar Paramaribo. In deezen staat van zaak en moest men tot een gevaarlyk middel zyn toevlucht neemen, het oprechten namelyk van eene krygsbende van vrygemaakte Slaven, om tegen hunne landgenooten te vechten. Dit gewaagd besluit wierd egter door een gelukkige uitkomst agtervolgt, in weêrwil van de wreede mishandelingen, die de Slaven in deeze Bezitting gemeenlyk ondervinden. Deeze dappere lieden gingen alle verwagting te boven, en deeden wonderen. Zy trokken op, en streeden met het krygsvolk van de Compagnie, welker getal tot verdediging der Volkplanting niet meer voldoende geöordeeld wierd. De Societeit van Surinamen, zig op zulke wisselvallige kragten niet verlatende, vervoegde zich aan zyne Doorluchtige Hoogheid, den Prins van Orange, om een regiment geregeld krygsvolk derwaarts te zenden; en dienvolgende wierd ons volk ingescheept, zoo als ik reeds verhaald heb. Dewyl intusschen de gebeurtenissen, die onze komst vooraf gingen, van het uiterste gewicht zyn, zal ik trachten dezelve, volgens de