Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/171

Deze pagina is proefgelezen

pelen gezonden had, "als een blyk van erkentenis, waar van zy doordrongen was uit hoofde van het mededogen, het welk haare droevige staat aan my had ingeboezemd". Al het geen ik toen voor deeze ongelukkige doen konde, bestond in het verzoeken der edelmoedige bescherming van den heer LOLKENS ten haaren voordeele. Ik verzogt hem, om haar ten minsten eenigen tyd op Paramaribo te laaten; en zyne menschlievenheid deed hem myn verzoek toestaan.

Den 30sten vernamen wy, dat onze Neger-Jagers, een dorp der muitelingen ontdekt hebbende, het zelve hadden aangetast. Zy doodden aldaar vier mannen, wien zy vervolgens de regtehand afkapten, dien zy aan den Gouverneur te Paramaribo zonden, als een blyk van hunne dapperheid en getrouwheid: zy maakten daarenboven drie gevangenen.

De Colonel FOURGEOUD verliet, op deeze tyding, de Rivier van Surinamen, alwaar hy zig als nog bevond, en vermoedende, dat men oogenblikkelyk het gebruik van zyn Regiment zoude noodig hebben, kwam hy den eersten Mey weder te Paramaribo aan; maar de zaak, die hem dit besluit deed neemen, had geene gevolgen. Tot onze groote verwondering liet men ons steeds naar ons welgevallen leven. Den 4den Mey egter wier-