Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/208

Deze pagina is proefgelezen

zedert zestien dagen zonder kompas, zonder zeilen, nog levensmiddelen, uitgenomen een weinig beschuit en water, rond zworven. Om kort te gaan, de geen tot wien deeze vrouw toen sprak, was dezelfde Officier, die haar aan den dood ontrukt had; zyn naam was TULLING VAN OLDENBARNEVELDT, en hy was toen Lieutenant op een Hollandsch oorlogschip.

Denzelfden dag deeden wy ook een ander vaartuig vertrekken, met twee Officiers, een Sergeant, een Corporaal, en veertien man, allen onder bevel van den Lieutenant Graaf VAN RANDWYCK. Deeze manschappen wierden afgezonden naar de Rivier Peréca. Deezen avond, eenigen myner beste vrienden by my ter maaltyd gehad hebbende, nam ik myn afscheid van myne geliefde JOANNA, aan wien ik de geheele zorge myner kleine bezittingen overliet. Haar zelve vertrouwde ik aan haare moeder en haare moeije toe; en ik had aan dezelve myne beveelen gegeven, om haar in een zoort van school te plaatsen, tot dat ik te rug gekomen zoude zyn: ik begaf my vervolgens aan boord met vier Onder-Officiers, twee Sergeanten, drie Corporaals, en twee-en-dertig soldaaten, allen onder myn bevel. Wy besloegen twee vaartuigen, en onze bestemming was naar het bovenste gedeelte van de Cottica.