veel moeite om daar in te slagen, vermits de grond onbruikbaar was door de heester-gewassen, en overal dras lag. Myne Negers maakten een zoort van een beweegbaare brug, om de sloep op een droog plekjen lands te brengen. Zy rigtten vervolgens een zoort van hut op, met palmboom bladeren bedekt, alwaar men tegen den regen beveiligd was, en waar in men vuur konde maaken: wy waaren aldaar veel beter dan in ons vaartuig. Ons gevaar was in die gesteldheid ongetwyffeld veel grooter, dewyl eene oude verblyfplaats der muitelingen, genaamt Pinnenburg, naar eene naby gelegen kreek den naam dragende, 'er niet verre van af lag; zommigen beweerden, dat deeze benaaming haaren oorsprong had van de groote meenigte van paalen of zoogenaamde vriesche ruiters, welke deeze zelfde muitelingen in den grond gestoken hadden, om hunnen post te versterken en te verdedigen. Schoon deeze sterkte vernielt was geworden, wist men, dat de vyand dikwils op deeze plaats kwam, om aldaar eenige ignames en maniok-wortelen op te gaaren, welke de grond aldaar, schoon onbebouwd, altyd voortbragt. Wy waaren daarënboven volstrekt overtuigt, dat die muitelingen, welke laatstelyk boven den post van la Rochelle naar de Patamaca-Kreek waaren overgestoken, tegenwoordig op Pinnenburg gele-
Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/254
Deze pagina is proefgelezen