Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/282

Deze pagina is proefgelezen

by verrassing te vangen, terwyl zyne ongemeene grootte hem niet toelaat denzelven te vervolgen. Wanneer hy uitgehongerd is, verscheurd hy al het gedierte, dat onder zyn bereik koomt; het verschilt hem weinig, of het één luiaard, een wild zwyn, een hart of een tyger is. Door middel van zyne klaauwen slingert hy zig rondom zynen buit, zoo dat dezelve hem niet ontsnappen kan. Hy vermorselt met eene onweerstaanbaare kracht de beenderen van het lyf van het dier, het welk hem tot voedzel strekt. Om elken brok beter te doen glyden, bevochtigt hy dien met een speekzel of slym, het welk hy uit zyn bek haalt, en zoo gaat eindelyk alles naar binnen, en verdwynt geheel en al. De Aboma kan dan niet van plaats veranderen. De roof, die hy heeft ingeslokt, verwekt eene al te sterke opspanning in dat gedeelte van het lyf, alwaar het ter verteering blyft, het welk dit dier beletten zoude over den grond heen te glyden. Geduurende al dien tyd heeft hy geen ander onderhoud noodig. Men heeft my verhaald, dat 'er Negers door hem zyn verslonden geworden, en ik ben zeer genegen om 'er geloof aan te slaan; want indien, wanneer hem de honger knelt, een mensch zig onder zyn bereik bevond, zoude hy hem zoo wel aanpakken, als alle andere gedierten. Ik vrees-