Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/284

Deze pagina is proefgelezen




AGTSTE HOOFTSTUK.

De Muitelingen verbranden drie Plantagiën, waar van zy de bewoonders vermoorden. — Tafereel van armoede en elende. — Optocht dwars door de bosschen van Surinamen. — De Colonel FOURGEOUD en het overig krygsvolk verlaat Paramaribo.

Den 24sten Augustus, loste ik den Capitain ORZINGA af, en nam het bevel op den wachtpost van Devil's Harwar op my. Ik was zes-en-vyftig dagen aan boord van de Charon geweest, in den beklaagenswaardigsten staat; maar ik hoopte dien tans door eenige ververschingen, als melk, enz., die ik my bevoorens niet konde aanschaffen, verzacht te zien. Het krygsvolk der Sociëteit, ten getaale van meer dan honderd mannen, moest des anderen daags vertrekken, om zig in myne vaartuigen, naar den wachtpost van la Rochelle aan de Patamaca te begeeven. Ik deed de monstering van de macht, die my nog overig was. Van vyf Officiers waaren 'er maar twee in 't leven, en deezen waaren nog ziek. Het getal van myne zee-soldaaten beliep slechts vyftien, zonder daar onder een Sergeant en twee Corporaals te be-