een Algiersche Zeeroover mogt zyn, en van de vyf Schepen, waar uit onze Vloot by ons vertrek bestond, 'er slechts twee afwezig zynde, maakten wy ons gereed om eenen aanval door te staan; maar wel dra bemerkten wy, dat het de Boreas was, die zig den 2den van ons had afgescheiden. Van dit oogenblik oeffende men zig dagelyks met het geschut, door te mikken op een zoort van schild, dat aan de groote raa wierd opgehangen.
Den 14de, geduurende een vierde van den ogtend, zeilden wy voorby den zonne-keerkring; en de gewoone plechtigheid, om de nieuwe matroozen in zee te dompelen, wierd met eenig geld, dat aan het volk by de fokke-mast wierd ter hand gesteld, afgekogt. Bykans op dit zelfde oogenblik verloor de Boreas één van zyne beste zeelieden, des onder-stuurmans maat. De vochtigheid deed hem de hand uitglyden, en hy viel van de fokke-mast in zee. Zyne tegenwoordigheid van geest, met den Capitain toe te roepen, terwyl hy op zyde van het Schip zwom, — "zyt voor my niet ongerust," denkende dat hy geholpen zoude worden, verwekte een innig mededogen; 'er ontstonden zelfs eenige morringen, om dat men hem geene hulp toebragt. De ongelukkige jongeling, een vry langen tyd gezwommen hebbende, verloor zyne kragten en zonk naar den grond.