wy op nieuw voort, en volgden de kust tot tegen den avond, wanneer wy op den afstand van een anker aan den mond der Rivier Marony kwamen. Dezelve heeft verscheide Schepen doen vergaan, door den misslag van zommige zeelieden, die ze ongelukkiglyk voor de Rivier van Surinamen aanzaagen, waar mede zy by het inloopen veel gelykvormigheid heeft. Het geen haar zoo gevaarlyk maakt, zyn de veelvuldige rotsen, de kleine eilanden en de zandbanken, waar mede zy doorzaait is. Voor 't overige is het water 'er zoo laag, zelfs by de hoogste vloeden, dat een schip, het welk een weinig zwaar gelaaden is, aldaar schipbreuk lydt en verbryzelt.
Den 2den, by het aanbreeken van den dag, maakten wy zeyl, en voeren langs de kust. Na de punt Braam met een zachte wind te zyn voorby gezeild, kwaamen wy eindelyk in de treffelyke Rivier van Surinamen; en ten drie uuren na den middag wierpen wy het anker voor het nieuwe Fort, genaamt Amsterdam. Wy waaren verrukt van onze vrienden van de Waakzaamheid aldaar weder te vinden. Dit Schip was, zoo als ik gezegd heb, den 2den January, op de hoogte van kaap Finisterre, door den wind van het onze afgescheiden, en was twee dagen voor ons alhier aangekomen.