de vloed doet dezelve meer dan twaalf voeten ryzen. Deeze afmeeting blyft dezelfde tot op den afstand van agt of tien mylen, alwaar deeze Rivier zig in twee armen verdeelt, waar van de een zuid-zuid-oost loopt, en zulks wel honderd twintig mylen ver. Zy is geheel en al bevaarbaar voor kleine vaartuigen; maar boven deezen afstand, draait zy regelrecht naar het zuiden. Zomwylen overstroomt zy kleine eilanden, of vormt kleine watervallen. De oorsprong deezer schoone Rivier is den Europeaanen nooit recht bekend geweest. Alle de groote Schepen, na aldaar te zyn binnen gezeilt, moeten de oostzyde van den oever houden, zynde die van de overzyde vol gronden tot aan de stad Paramaribo, die omtrent agtien mylen van den mond der Rivier afgelegen is. De andere arm der Rivier van Surinamen, draagt den naam van Comewyne, dezelve loopt ten oosten op den afstand van omtrent zestien mylen; men vind aldaar drie of vier vademen by hoog water; maar de vloed een verschil van twaalf voeten maakende, beschouwd men dezelve niet als vaarbaar voor een Schip van groote vracht, schoon haare breedte byna twee mylen bedraagt. Op den afstand van zestien mylen, verdeelt zig de Comewyne in twee andere armen, waar van de eene haar naam behoud, en meer dan vyftig mylen ver naar het zuidwesten
Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/79
Deze pagina is proefgelezen