hy is de eerste Capitain onder BARON, en de onverschrokkenste van allen de muitelingen van het bosch; het geen hy nog laatstelyk heeft doen zien op eene Plantagie, gelegen naby Nieuw-Rosenback, alwaar uw Colonel tegenwoordig het bevel voert. De Opzichter deezer Plantagie was een Jood, genaamd SCHOULTS, die het bevoorens op Fauconberg geweest was. De muitelingen verscheenen aldaar eensklaps, en maakten 'er zig meester van, zy bonden SCHOULTS, plonderden het huis, en begaven zig tot dansen, en het maken van goeden cier, alvoorens zy dagten om over hunnen gevangen te beschikken. In deeze akelige gesteldheid, verwagtte deeze niets anders dan het teeken tot zynen dood, wanneer zyn oog by toeval op den Capitain JOLI-COEUR viel, wien hy deeze woorden te gemoet voerde: "Myn lieve JOLI-COEUR, gedenk aan SCHOULTS, die alleenlyk de gemachtigde van uwen meester was; herinner u alle de vriendelykheden, die ik u geduurende uwe kindsheid bewezen heb; gy waart myn gunsteling; herinner u dit, en breng door uwen vermogenden invloed te weeg, dat men my het leven gunne". — Het antwoord van JOLI-COEUR is merkwaardig. — Ik herinner my dat alles volkomen; maar,
Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 2 (1799).pdf/119
Deze pagina is proefgelezen