Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 2 (1799).pdf/139

Deze pagina is proefgelezen

alles met verwarring, het geen by vervolg nog maar al te dikwils voorviel.

Byna twee maanden te Egmond hebbende doorgebragt, zonder my aldaar te kunnen herstellen, en zonder verlof te verkrygen, om naar Paramaribo te gaan, verkoos ik liever het bevel op de Hoop te hernemen. De heer DE CACHELIEU vergezelde my derwaarts, en ik onthaalde hem aldaar zoo goed my mogelyk was.

Ik vond op de Hoop mynen vriend HENEMAN, die toen Capitain was. Zoo wel als verscheiden anderen van het krygsvolk, was hy aldaar ziek geworden, en men had hem gelaten zonder geld, zonder Heelmeester, zonder geneesmiddelen. Echter had de Stad Amsterdam verscheide vaten wyn, ingelegde groenten, en andere versche voorraad gezonden; maar alles was voor onze kwynende krygsbenden onzichtbaar, schoon dit zekerlyk het oogmerk van deeze Stad niet was. Ik deed alhier vergeefsche moeite, om ons aandeel in alle deeze mondbehoeften te verkrygen; noch geld, noch geneesmiddelen, noch wyn, noch eenig zoort van ververschingen wierden ons toegezonden. Dus hield onze kwyning aan, en wy verloren onze kragten, in plaats van die wederom te krygen. Ik had echter de minste reden van klagen, want ik wierd door JOANNA en