Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 2 (1799).pdf/157

Deze pagina is proefgelezen

Deeze waarneeming, dat de gewoonte in zekere Landen zaaken voor geoorloofd houd, die men elders verwerpen zoude, word meer of min bewaarheid, naar maate men verschillende luchtstreeken bezogt heeft. Een Officier, in dienst der Indische Compagnie, heeft onlangs eene beschryving uitgegeven van de verschillende houdingen, gebaarden, gezichten, zuchtingen, uitdrukkingen van vermaak, vrees, hoop, en elke trap van hartstocht, die de danseressen in de Oost-Indiën doen blyken; maar wat deeze jonge dogters ook doen mogen, om de verbeelding der toekykers aan te vuuren, men weet, dat de heidensche vrouwen de kuischte in de geheele weereld zyn.

Den 14den keerde ik naar de Hoop te rug, alwaar ik vernam, dat het dak van myn huis door een stormwind was weggenomen. Dewyl ik niet meer voorneemens was het zelve te bewoonen, liet ik het om ver vallen. Intusschen had ik aldaar de gelukkigste dagen van myn leven gesleeten.

Den 26{{{1}}}sten, trok de Colonel FOURGEOUD op nieuw naar de Wana-Kreek; maar dewyl hy van den post van de Savane der Jooden het krygsvolk had weggenomen, maakten de muitelingen daar van gebruik, niet alleen door eene Plantagie aan de Rivier Surinamen te plonderen, maar zelfs verscheide Plantagiën, aan de Cassivinica-Kreek,