Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 2 (1799).pdf/226

Deze pagina is proefgelezen

  1. Een Indiaansche boog.
  2. Een pyl om de visch te dooden.
  3. Een pyl met een ronde knop voor de vogelen.
  4. Een gewoone pyl met weerhaken.
  5. Een kleine vergiftigde pyl.
  6. Een pyp of fluitje, waar door men blaast, om de pylen te doen afgaan.
  7. Een kroon van verschillende vederen.
  8. Een voorschoot, queiou genaamd.
  9. Een Indiaansche aarde pot.
  10. Een Indiaansche knods, of apoutou.
  11. Een catoene hangmat.
  12. Cieradiën, van tanden van tygers, of wilde zwynen gemaakt.
  13. Een toover-schelp, of calebas.
  14. Een Indiaansche fluit, tou-tou genaamd.
  15. Een fluit, van het been van een vyand gemaakt.
  16. Een Indiaansche fluit, quarta genaamd.
  17. Een steen, om de maniok te malen, genaamd matta.