er in was, weder in de kruik te gieten, my toevoegende: "dat vermits ik van dien drank niet dronk, ik 'er niet van hebben moest." Ik was verontwaardigd over zyne ondankbaarheid; en den zelfden avond een volle fles van dit zoort van drank gevonden hebbende, gaf ik die aan mynen Neger.
Omtrent middernacht ontdekten wy, by toeval water. Onuitspreeklyk verkwikkend was dit voor ons! het verdiende den voorrang boven den besten wyn: ik zal nooit vergeeten, met welk genoegen ik 'er van dronk. Ieder leschte zynen dorst naar wensch; en de Colonel liet toen een groot vuur aanleggen, om zyne avond-maaltyd gereed te maken; maar hy verbood, aan wien 't ook wezen mogt, dit insgelyks te doen. Hy stond zelfs niet toe om een stok te snyden, en men was dus genoodzaakt het gezouten ossen en varkensvleesch rauw te eeten. Myn aandeel aan een zoort van wandelstokjen geregen hebbende, kroop ik zachtkens naar het vuur van den Bevelhebber, om aldaar dit vleesch te braden; intusschen maakte de Neger, die hem tot kok diende, my zeer spoedig willende helpen, eenig gerucht, en deed hem ontwaaken; maar ik, om te beletten, dat hy my niet zag, pakte my weg, na myn stuk vleesch in zyne ketel geworpen te hebben.