Pagina:Stijl vol 01 nr 03 p 029-031.djvu/1

Deze pagina is proefgelezen

DE NIEUWE BEELDING IN DE SCHILDERKUNST.

DOOR PIET MONDRIAAN.

3. De nieuwe beelding als abstract-reëele schilderkunst. Beeldingsmiddel en compositie.

De nieuwe beelding is abstract te noemen, niet alleen omdat zij de directe beelding is van het universeele, maar ook omdat zij in de beelding het individueele (natuurlijk concrete) uitsluit. De exacte beelding van verhouding kunnen we abstract noemen tegenover de uitbeelding in den natuurlijken verschijningsvorm, die zij abstraheert.
Noemen we de nieuwe beelding abstract, zoo doet zich de vraag voor of het abstracte beeldbaar is. Is het in bepaaldheid te beelden, zoo is het onlogisch de nieuwe beelding met beelding-in-vaagheid te identifieeren — zooals veelal gedaan wordt.
Na langdurige cultuur is in de schilderkunst het besef gerijpt, dat het abstracte — als het universeele — in klare beelding kàn treden. Juist door cultuur van vormbeelding heeft men leeren zien dat het abstracte — als het mathematische — [1] door en in alle dingen inderdaad zichzelve uitbeeldt, al is het dan ook niet in bepaaldheid — anders gezegd: de nieuwe schilderkunst kwam door zich zelve tot de beelding in bepaaldheid van het universeele, dat gesluierd en verborgen, door en in de natuurlijke verschijning der dingen zich openbaart. Door de schilderkunst zelve kwam de kunstenaar tot de bewustheid (n.l. in practischen zin, in dieperen zin is het de werking van den tijdgeest, welke den kunstenaar tot die bewustheid bracht,) dat de verschijning van het universeele-als-het-mathematische het essentieele van alle zuiver aesthetische beeldende schoonheidsontroering is. Gedurende den groei dezer bewustwording leerde hij die verschijning opbouwen uit de precieze beelding van het individueele — juist door dit al meer en meer te abstraheeren. Hij leerde hetgeen doorschemert in de natuur, exact te beelden, hetgeen zich concreet vertoont, reduceerend te vernietigen, en verwerkelijkte tòch slechts de consequentie van àlle kunstbegrip. Zoo kwam deze tijd tot abstract-reëele schilderkunst. De nieuwe beelding is abstract-reëel, omdat zij staat tusschen het absoluut-abstracte en het natuurlijk, concreet-reëele. Zij is niet zòo abstract als de gedachte-abstractie en zij is niet zoo werkelijk als de tastbare realiteit. Zij is aesthetisch levende beelding: de verschijning waarin het eene zich in het andere verkeert.
Abstract-reëele schilderkunst kan aesthetisch-mathematisch beelden, omdat zij een exact, mathematisch beeldingsmiddel heeft. Dit beeldingsmiddel is de tot-bepaaldheid-gestelde-kleur.
Het tot bepaaldheid-stellen der kleur houdt in: ten eerste, de herleiding van de natuurlijke tot de primaire kleur, ten tweede, het reduceeren der kleur tot vlakheid en ten derde het afsluiten van de kleur — zòo, dat zij als eenheid van rechthoekige vlakken verschijnt.

29
  1. Reeds Aristoteles identifieerde het abstracte met het mathematische.