Pagina:Stijl vol 01 nr 05 p 049-054.djvu/6

Deze pagina is proefgelezen

en meer ter zijde gedrongen [1] door de klare verhouding tot het universeele, mogelijk gemaakt door de zuivere kennis van het universeele — voor zoover zich dit kennen laat. [2]

Zien we alzoo éenzelfde begrip zich in alle levensuitingen manifesteeren — in het logisch denken in dit begrip geformuleerd.
Reeds lang voordat het nieuwe zich in bepaaldheid in het leven en in de kunst openbaarde, werd door het logisch denken de oude waarheid, dat het bestaande slechts door zijn tegendeel tot uitdrukking komt of gekend wordt, in klaarheid getoond.
In deze waarheid vinden we uitgedrukt, dat het zichtbare, het natuurlijk concrete, niet door het zichtbare (de natuur) maar door het tegendeel daarvan gekend wordt, hetgeen inhoudt, dat de beelding der zichtbare realiteit slechts door abstract-reëele beelding tot het huidig tijdsbewustzijn spreken kan.

Wordt voortgezet

AESTHETISCHE BESCHOUWINGEN III (BIJ BIJLAGEN 9 EN 10).

DOOR V. HUSZAR.

[auteursrechtelijk beschermd tot 1-1-2031] 54

  1. Evenwel was en is vormgodsdienst even noodzakelijk voor ander, voor minder abstract bewustzijn, als de natuurlijke schilderkunst dit daarvoor is. Daarom is het logisch, dat vormgodsdienst en natuurlijke schilderkunst blijft bestaan zoolang het bewustzijn dit medebrengt, zoolang het nieuwe bewustzijn niet algemeen is.
  2. Kandinsky heeft in zijn boek „Das geistige in der Kunst” er op gewezen dat de Theosofie (in haar ware beteekenis; niet zooals zij meestal verschijnt) een andere uiting van dezelfde geestelijke beweging is, welke we in de schilderkunst thans waarnemen.