maar hij beeldt slechts het voor hem waardevolle. Hetgeen hij niet belangrijk vindt beeldt hij niet aan het hem waardevolle ondergeschikt, (dit deed de oude kunst) maar hij laat het weg of onderbreekt het. Hij beeldt (evenals de oude kunst) door tegenstelling van vormen en kleuren, maar van vormen en kleuren, die hij zèlf kiest en op zijn wijze vervormt. Zoo bereikt hij meer innerlijke kracht, en diepere natuurlijkheid. Hij vindt het nog noodig gedeelten van de natuurlijke verschijning der dingen te beelden, doch nooit domineert het uiterlijke in zijn beelding. De Abstract Reëele Schilderkunst, tot welke — in dezen tijd — niemand komt dan door alle vorige perioden van schilder-cultuur te doorleven, is als de noodzakelijke consequentie te beschouwen van hetgeen Picasso en anderen begonnen.
LE GONDOLIER D’ALEX. ARCHIPENKO.
PAR G. VANTONGERLOO.
[auteursrechtelijk beschermd tot 1-1-2036]
134