Pagina:Stijl vol 02 nr 09 p 102-108.djvu/1

Deze pagina is proefgelezen

AANTEEKENING BIJ KINDERSTOEL (BIJLAGE No. XVIII).

[auteursrechtelijk beschermd tot 1-1-2035]

RIETVELD.

MODERNE WENDINGEN IN HET KUNSTONDERWIJS (III).

DOOR THEO VAN DOESBURG.

Ethische overwegingen in verband met de monumentale schilderkunst. Intreerede van Prof. R. N. Roland Holst bij de aanvaarding van zijn ambt als buitengewoon Hoogleeraar aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam.

Naar aanleiding van de aanvaarding van het hoogleeraarambt aan de academie te Amsterdam sprak de heer Roland Holst dan een rede uit ...
Het is mij, zelfs na veel inspanning, niet mogen gelukken de reden van deze rede te vatten. Het komt mij voor dat wij hier te doen hebben met een staaltje van bizondere phrasealogie, waaraan een bepaalde denklijn geheel ontbreekt. Het is slechts een vermoeiend bij-een-brengen van verschillende brokken van meest niet doorleefde inzichten. Daar zijn, picturale met monumentale, ethische met aesthetische, sociale met behoudzuchtige, avant-gardistische met conventioneele, mathematische met grillige vermengd.
De anti-monumentale, aan vroeger stijlen ontleende decoraties van Prof. Roland Holst kennende, (men zie een van spreuk-en-krullen-voorzien specimen in „Stijl” No. 7 1e Jaargang, Bijlage XII) moet het allen die de hervorming der kunst in de aanvang der XXe eeuw hebben meegeleefd wel zeer bevreemden dat het in dezen tijd, in Holland nog

102