Pagina:Stijl vol 02 nr 12 p 133-144.djvu/1

Deze pagina is proefgelezen
A­BON­NE­MENT BIN­NEN­LAND 4.50 BUI­TEN­LAND 5.50 PER JAAR­GANG BIJ VOOR­UIT­BE­TA­­LING. VOOR AN­­NON­CES WEN­DE MEN ZICH TOT DE AD­MI­NI­STRA­TIE.

MAAND­BLAD GE­WIJD AAN DE MO­DER­­NE BEEL­DEN­DE VAK­KEN EN KUL­TUUR RE­DAC­TIE: THEO VAN DOES­BURG.

AL­LE STUK­KEN DE RE­­DAC­TIE BE­TREF­FEND: K. GAL­GE­WA­TER 3, LEI­DEN. AL­LE STUK­KEN VOOR DE AD­MIN. AD­RES­SEE­RE MEN MORSCH­WEG 20, LEI­DEN, HOL­LAND.

2E JAARGANG.
NUMMER 12.
OCTOBER NEGENTIENHONDERDNEGENTIEN.


NATUURLIJKE EN ABSTRACTE REALITEIT

DOOR PIET MONDRIAAN.

TRIALOOG (gedurende een wandeling van buiten naar de stad).

Y. Leek. X. Naturalistisch schilder. Z. Abstract-realistisch schilder.

Slot 3e Tooneel.

Z. Een gelijkwaardige tweeheid: dit is hetgeen — ook in het leven, in àlle realiteit — meerder geluk, door meerdere harmonie, kan bewerken. Hoe zullen we — in dezen tijd — gelijkwaardige tweeheid vinden? De tweeheid toch van mensch en natuur is niet gelijkwaardig. De tweeheid van verschijning en kracht, van uiterlijk en innerlijk in de natuur, is evenmin gelijkwaardig. De tweeheid van het materieele en geestelijke, van het vrouwelijke en mannelijke in het leven, is in het geheel niet gelijkwaardig — de oplossing is dus niet dan in onszelven te vinden. Om de gelijkwaardigheid van het een en het ander mogelijk te maken, moet ons bewustzijn zóódanig gerijpt zijn, dat het natuurlijke, materieele, zijn overheerschende macht verloren heeft en het geestelijke tot klaarheid er in gekomen is. In deze gezuiverde tweeheid is eenheid mogelijk. Het uiterlijke verandert op zichzelve evenwel niet aanstonds, maar verandert voor ons: we beleven het in zijn dieper wezen abstract.
Y. Daardoor verandert, in kunst, de beelding dus ook?
Z. Alleen dààrdoor. In dezen staat van abstracte beleving toch wordt de kunst, tegenover het natuurlijke, natuurlijk abstract.
Y. Al kan ik het schoone dezer nieuwe beelding nog niet inzien, is deze dan toch zeer logisch en reëel.
X. Niettegenstaande dit alles vertolkt de natuur, zooals zij mij verschijnt, mij toch, in sommige aspecten, de hoogst mogelijke harmonie en kan ik mij deze niet volmaakter uitgebeeld denken dan juist door het natuurlijke.
Z. Ik zeide reeds eerder „harmonie beteekent niet voor elkeen hetzelfde”. Zij hangt af

133