Pagina:Stijl vol 03 nr 03 p 027-032.djvu/6

Deze pagina is proefgelezen

[auteursrechelijk beschermd tot 1-1-2036]

AANTEEKENING BIJ BIJLAGE IV.

Hebben wij in een vorig nummer eenige plastieken laten zien, waarbij de maker uitging van de elementaire middelen der plastiek (volume en leegte) om door een harmonische verhouding tusschen deze beide tot een zuivere schoonheidsbeelding te komen, het hier gereproduceerde werk van Archipenko uit 1914 berust op verstrakking van de naturalistische vormen.
De geprononceerd-rechte verticale lijn in 't midden van het beeld, tegenover het horizontale van het bovenvlak van den afgeknotten kegel, om welke lijn de beide helften schijnen te draaien en welke beweging door het kegelvormige voetstuk nog verstrekt wordt, houdt het bovendeel in rustig evenwicht. Het mathematische, verstrakte vorm en geprononceerde stand geven aan dit, door het ontderwerp nog klassiek aandoend beeld, het in wezen moderne. Ook de zeer zuivere technisch-beheerschte uitvoering werkt mede aan de stilte en rust, waarvan dit beeld de gestalte werd.

32