Onder auspicium van den redacteur van „De Stijl” — die dezen groep in Holland zal vertegenwoordigen — zullen ook in de voornaamste plaatsen van ons land tentoonstellingen van de „Section D’or” georganiseerd worden. Om deze manifestatie van de kubisten en meer-modernen ook in België mogelijk te maken stond de firma Giroux hare zalen voor in den maand Mei af. Ook werd door de redactie met den kring „moderne kunst” te Antwerpen onderhandeld.
Wij wijzen er hier uitdrukkelijk op, dat deze vertegenwoordiging natuurlijk niet wil zeggen, dat wij in de kunstuitingen van de „Section D’or”, al staan die ons ook nader dan andere, een verwezenlijking van de denkbeelden in „De Stijl” ontwikkeld, zien.
L’EFFORT MODERNE (Léonce Rosenberg) — Een kunstuiting heeft slechts zoolang beteekenis tot zij zich in een betere heeft omgezet. Zoo gaat het ook met het kubisme, dat zich ter zelfder tijd dat het zich vernietigt in een hoogeren vorm vernieuwt. Deze vernieuwende vernietiging nu is het generale karakter van de kunstmanifestaties in onzen tijd: de exposities hierboven genoemd en die in de neutrale kunstzalen van L’Effort moderne”, waar zich de meest moderne richtingen manifesteeren. De intelligente leider Léonce Rosenberg schreef bij wijze van inleiding tot het kubisme een brochure: „La jeune Peinture française. Les cubistes.” Het pleit voor de breedheid van zijn standpunt dat de schrijver het essentieele en onloochenbare verband tusschen de maatschappelijke en aesthetische onwentelingen, wier kern is de openbaring van een nieuwen wereldwil gericht op het kollectief, beseft. Wij citeeren: Il n’est pas trop osé d’avancer que l’époque actuelle marche graduellement vers un art national ou populaire que toute la civilisation européenne acceptera, car maintenant la lumière vient de l’occident. A toutes les époques heroïques, l’art était le fait de tout un peuple enthousiasmé, et non comme aux époques de pharisianisme, celui d’une classe ivre de jouissance matérielle”.
ONTVANGEN BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN.
BOEKEN: Otto Flake: Die Stadt des Hirns (S. Fischer-Verlag. Berlin). — Anthologie de Poèmes yougo-slaves contemporains (éditions: Les Humbles). — A. Bogdanoff: Die Kunst und das Proletariat (Verlag „Der Kentaur”). Marcel Schwob: Spicilège (Au sans Pareil, Paris). — Pierre Reverdy: Selfdefense (Au sans Pareil, Paris). — Blaise Cendrars: Dix-neuf poèmes élastiques (Au sans Pareil, Paris). — Paul Eluard: Les Animaux et leurs Hommes (Au sans Pareil, Paris). — Louis Aragon: Feu de Joie (Au sans Pareil, Paris). — Léonce Rosenberg: Les Cubistes (Galerie Moos, Genève). — Pierre Reverdy: La Guitare endormie. — Jules Romains: Europe (Nouvelle Revue française, Paris). — Blaise Cendrars: La Fin du Monde, avec compositions en couleurs par Fernand Léger (Editions de la Sirève, Paris). — Ja! Stimmen der Arbeitsrat für Kunst (Verlag: Photographische Gesellschaft, Charlottenburg).
TIJDSCHRIFTEN: La Pensée (No. 6-12). — Bouwkundig Weekblad (No. 6-12). — De nieuwe Amsterdammer (No. 266-272). — La Revista. — Die neue Schaubühne (No. 2). — L’Art fibre (No. 4-6). — Das Kunstblatt (No. 1-2). — Les Marges (No. 70). — Klei (No. 4-5). — Der Sturm (No. 11). — Bouwwereld (No. 5-11). — Der Gegner (No. 8-9). — Gewapend Beton (No. 6, 7). — Das Tribunal (No. 1). — The monthly Chapbook (No. 8-9). — La Cité (No. 4-5). — Orgaan V.A.N.K. (No. 1). — Les Humbles (No. 7). — Ruimte (No. 1-2). — Het Getij (No. 2). — Nieuw Leven (No. 9). — Au Volant (No. 3). — L’action d’art (No. 5). — Proverbe (No. 1). — Littérature (No. 8, 9, 11). — Le Geste (No. 1-2). — 391 (No. 9). — Terramar (No. 9-18).
48