Pagina:Stijl vol 03 nr 06 p 049-056.djvu/1

Deze pagina is proefgelezen
A­BON­NE­MENT BIN­NEN­LAND 6.00 BUI­TEN­LAND 7.50 PER JAAR­GANG BIJ VOOR­UIT­BE­TA­­LING. VOOR AN­­NON­CES WEN­DE MEN ZICH TOT DE AD­MI­NI­STRA­TIE.

MAAND­BLAD GE­WIJD AAN DE MO­DER­­NE BEEL­DEN­DE VAK­KEN EN KUL­TUUR RE­DAC­TIE: THEO VAN DOES­BURG.

ALLE STUKKEN RE­­DAC­TIE ZOO­WEL ALS AD­MI­NI­STRA­­TIE BE­TREF­FEND, TE ADRES­SEE­REN HAAR­LEM­MER­STR 73A TE LEI­DEN. DE­POT TE RO­ME 10 VIA CI­RO ME­NOT­TI

3E JAARGANG.
NUMMER 6.
APRIL NEGENTIENHONDERDTWINTIG.


MANIFEST II VAN „DE STIJL” 1920

DE LITERATUUR

het organisme van onze hedendaagsche literatuur teert nog geheel op de sentimenteele gevoelens eener verzwakte generatie

HET WOORD IS DOOD

de naturalistische cliché's en de dramatische woordfilms
die de boekenfabrikanten ons leveren
per meter en per pond
bevatten niets van de nieuwe handgrepen van ons leven

HET WOORD IS MACHTELOOS

de asthmatische en sentimenteele ik- en zij-poesie
die overal
en vooral in holland
nog gepleegd wordt onder de invloeden van een ruimteschuw individualisme
gegist overblijfsel van een verouderden tijd
vervullen ons met weerzin

de psychologie in onze romanliteratuur
slechts berustend op subjectieve inbeelding
de psychologische analyse
en meer belemmerende spraakrethoriek
hebben ook de BETEEKENIS VAN HET WOORD GEDOOD

de netjes naast en onder elkaar geplaatste zinnen
deze dorre FRONTALE zinsbouw
waarin de vroegere realisten hun tot zichzelf beperkte ervaringen uitdrukten

49