la dualité entre la prose et la poésie ne peut subsister
la dualité entre le contenu et la forme ne peut subsister
alors pour l’écrivain moderne la forme aura une signification directement spirituelle
il ne décrira aucun événement
il ne décrira point
mais il ÉCRIRA
il recréera en la parole le collectif des événements :
unité constructive du contenu et de la forme
nous comptons sur l’appui moral et esthétique de tous ceux qui collaborent à la rénovation spirituelle du monde
leyde-hollande avril 1920
NATUURLIJKE EN ABSTRACTE REALITEIT.
DOOR PIET MONDRIAAN.
Trialoog. — Y. Leek. — X. Naturalistisch schilder. — Z. Abstract-realistisch schilder.
7e Tooneel. — Atelier van Z. (vervolg).
Y. Het verwondert me tenminste, dat dit atelier het Uwe is. Het ademt ook Uwe ideeën. De meeste ateliers zijn heel anders.
Z. De meeste schilders zijn ook heel anders: ’t een behoort bij het ander. Meestal gaan de schilders vóór in ’t cultiveeren van ’t oude: bij voorkeur omringen ze zich, over ’t algemeen, door antieke meubelen, beelden, tapijten, enz. enz.
X. Wel gemotiveerd: schilders zoeken het schoone en deze dingen zijn schoon!
Z. Voorzeker zijn ze schoon, maar ... antiek! Daar hebben we ’t echter reeds over gehad. Ik vind het remmend werken op een nieuw schoonheidsbegrip, als de kunstenaar vóórgaat van atelier of huis een soort museum van oude kunst — en meestal niet van de beste bovendien — te maken en zoodoende een sfeer schept, waarin het nieuwe niet past en die het oude aanhoudt. De leek volgt het voorbeeld van den kunstenaar. De kunstenaar van heden moet in alles voorgaan in de richting van zijn tijd. Dit atelier drukt eenigszins de idee der Nieuwe Beelding uit. Eenigermate is hier evenwichtige verhouding door kleur en lijn enkel, in bepaaldheid gebeeld. De bouw van dit atelier werkte daarbij niet tegen. Dit atelier heeft althans éenige bouwkunstige indeeling, zoodat ook reeds door het constructieve, verhouding meer bepaald uitgedrukt is. Van de meeste vertrekken kan men dit niet zeggen. Vooral ook onze Hollandsche vertrekken zijn meestal zeer onvolkomen bouwkunstig ingedeeld en over ’t algemeen niet veel meer dan een ruimte, door zes leege vlakken begrensd ... met openingen er in voor deuren en vensters. Ze moeten dan ingedeeld worden door hetgeen de bewoner goedkeurt er te plaatsen of op te hangen. De Fransche vertrekken hebben
54