Pagina:Stijl vol 04 nr 03 p 033-040.djvu/3

Deze pagina is proefgelezen

Het is noodig dit alles nog eens te bedenken alvorens men zich een oordeel vormt over de kubistische en neo-kubistische uitdrukkingswijzen. De schilderkunst laat zich slechts uit de schilderkunst verklaren.

De schilderkunstige harmonie, die de moderne schilders willen uitdrukken, verschilt van de „klassieke” hierin: dat zij kleuren, die op groote afstanden van elkaâr liggen, kleuren van ongelijke waarde, kleuren die elkâar contrasteeren, dissonanten, tot een schilderkunstige eenheid verwerken door de verhouding van kleur tot kleur. Zoodoende realiseeren, beelden zij eenheid, esthetische evenwichtigheid.

Hebben zij nu hun kompositorischen steun verloren, omdat zij daartoe geen voorwerpen-in-geschilderden-toestand bezigen? Neen, want zij hebben het equivalent gevonden in het karakteristieke uitdrukkingsmiddel: de kleur, in het begrip van evenwichtige indeeling, in de constructie.

Den kubisten komt de eer toe de voorwerpelijke kompositie te hebben omgezet in de schilderkunstige kompositie. De neo-kubisten hebben de kleur als uitdrukkingsmiddel toegepast, zoowel op het vlak als in het intérieur.

Hebben zij het innerlijk leven, het gevoels- en gedachtenleven uitgeschakeld? Neen, maar zij koketteeren er niet mede zooals hun voorgangers: de sentimentalisten, zij deelen alles mede aan en door de kleur.
Zij beelden het diepst-innerlijke schilderkunstige, maar zij beelden het niet af, zij verzinnebeelden het niet, zij maken geen „literatuur” door een voorstelling.

Het moderne kunstwerk dan, mist voorstelling, maar het mist niet: onderwerp. Het onderwerp is van schilderkunstigen aard, het is: esthetische evenwichtigheid, eenheid, harmonie in hoogeren zin.

Nu nog iets over het verschil tusschen kubisten en neo-kubisten.

35