| hindrängt, bekundet sich jener Trotz und jene Zähigkeit, um welche die holländische Geistigkeit seit jeher der deutschen voraus ist und dadurch in diesem Falle gerade auf die deutsche anspornend und ergänzend wirken kann”. |
In hetzelfde nummer verscheen een vergelijkende studie over „Holländische Baukunst” door Dr. Ad. Behne, waarin de romantische bouwkunst, de Amsterdamsche school en die van Berlage, in overeenigbare tegenstelling met 'n nieuwe beelding in de architectuur („De Stijl”) uitkomt. Ofschoon de schrijver evenals de architect Otto Bartning zich niet voor een der beide groepen uitspreekt en deze laatste in zijn interview in „De Telegraaf” (13-III-'21), een vereeniging van een decadente gothiek met een streng wettelijke beelding voor de toekomst mogelijk acht, kunnen wij uit de onbeperkte zekerheid van het komende nieuwe en met het bewustzijn eener gansch andere, mechanische, statisch-dynamische schoonheidsbeleving, ons slechts keeren tegen de opzettelijke kunstbestrevingen in de architectuur.
ONTVANGEN BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN.
Maurice Casteels: Banalités. (avec 5 Linos par Alb. Drenens).
Marnix Gijsen: Lof-Litanie van den H. Franciscus van Assisië.
Dietrich: Ekstase.
Corn. v. d. Sluys: Binnenhuiskunst 1 en 2.
Das Tagebuch (jrg. 2, Heft 10-17).
La Testa dï Ferro (anno II, No. 7-13).
Bouwkundig Weekblad (jrg. 42, No. 11-18).
The Chapbook (No. 21-22).
Litérature (jrg. 1 No. 1-12, jrg. 2, No. 13-18).
Lumière (jrg. 2. No. 8).
Der Sturm (jrg. 12, No. 3-4).
De Bouwwereld (jrg. 20. No. 11-17).
Ruimte (jrg. 2, No. 3).
63
