naturaliseerde voorstelling van een beperkt begrip der waarheid, gezien vanuit één bepaald punt. Zonder dezen tot symbool gestolten vorm der „waarheid” was het kristendom nooit tot dogma voor het volk geworden. Dit dogma is thans de roede die men boven het volk houdt. En zoo wordt elk dogma een geesel en een belemmering om het leven in zijn waren vorm te veroveren. Laat dit een waarschuwing zijn tegen alle dogmaconserven.
Ja en Neen. — Neen is de sterkste prikkel tot ja.
Résurrection anonime. — De schilderkunst is de wedergeboorte van onszelf in de Olieverf.
Zelfmoord en Kleptomanie. — Het leven te midden van kleptomanen en impotenten, gegeeseld door het dogma dat hun als stroohalm dient, doet ons het individualisme, het bezitsbesef van zich en van anderen, kennen als een der zekerste vormen van zelf-kleptomanie.
De onmiskenbare attributen zijn: gesloten vensters, bestofte kerkboeken, baai lijfgoed en prullen, prullen, prullen. Deze kleptomaniakken houden den geest in stand door hun natuurlijke traagheid, die zich in alle vormen van kunst, godsdienst en wijsbegeerte gretig openbaart. Zoodra het andere gezicht een kwestie werd van getal en niet van anders d. i. waar-zien, zou de massa als zoodanig uit elkaar vallen en het klassieke begrip „vorm” zou waardeloos worden. Er zou een collectief inzicht ontstaan, een dogmatische stabiliteit die den geest zou verlammen enz.
Onmacht der religie. — De religie is een compromis tusschen geest en natuur die elkaâr vijandig zijn. In deze vijandschap ligt de gezonde mogelijkheid van het leven en ofschoon de religie tevergeefs getracht heeft de twee helften van ons bestaan aaneen te lijmen, stooten „geest” (mechanisme) en natuur (organisme) elkaâr voortdurend af. Het leven is geen duimdrop. Slechts bij ontkenning van tijd en ruimte als positieve waarden kan
50