Pagina:Stijl vol 04 nr 04.djvu/9

Deze pagina is proefgelezen

Verder daarmede gelijkwaardig, verschijnt (als elders expressionismus en cubismus reeds klassiek en neo-klassiek zijn geworden) hier als belangrijke vitaliteit van beloftenzware beteekenis, hooggeroemd, zoo gezegd cubistisch en expressionistisch werk, — God nog ’n maal zoo en zoo Delacroix, Ingres, v. Gogh en Cézanne, — contouren drijhoekig bont en geometrisch opgekleurd, in welk werk het niet het minst mogelijk is ’n vast gesteld individueel of persoonlijk eigen criterium aan te voelen. Op muzikaal gebied: verhaspelen van Debussy-thema’s, volgende slechts de uitsluitende elementaire uiterlijke lijn, door den band, ietwat gepagodiseerd of georientaliseerd omendom het onbegrepen innerlijk besef van structuur (waar een Satie liever getuige gekheden in peervorm ver kiest dan zijn „ik” aan Debussy op te hangen), hetgeen dan hier beteekenis moet worden genoemd.
En hoe te zien de omstandigheid, wanneer ieder temperament individueel en antipodiek tegenover zijn gebuur, de wereld aanvoelt, die zelfde wereldfantasie — inplaats van eerst en vooral, naar eigen criterium en vastgestelde normen, (vernieuwbaar toch voor elk werk) — op algemeen dezelfde wijze minderwaardig (derhalve naäperij) uit te schrijven.
Hoe valsch reeds klonk voor ’14, die waltwitmansche goedheid, zoowel bij Verhaeren als bij Franz Werfel, — tegenwoordig niet meer succes en uitslag der zoogenaamde tegenstellings of wet der contrasten, bij die ietwat veramerikaanschte maar toch verouderde unanimisten (zooals Vildrac) die in Brussel evangelistisch komen prediken den ouden lofzang: goed is de mensch — zonder daarbij onmiddelijk te onderlijnen, beter de moordenaar, al naar de relativiteitsschaal.
Op het oogenblik, dat ieder oog ietwat prismatiek aangelegd, kon inzien, dat a- im- en moraal evenals logiek en illogiek onder elkaar niet de minste beteekenis hebben en slechts die objectieve waarde bezitten, die men er op een gegeven oogenblik aan wil hechten (al hetgeen ik hier boven resumeerde helpt het oude stelsel weer op de been) voeren tachtigers hier en negentigers daar, met hun

55