Pagina:Stijl vol 04 nr 05 p 065-076.djvu/9

Deze pagina is proefgelezen

komen bleek het mij, dat zij niet slechts een generaalbasis voor de dynamo-plastiek gevonden hadden maar ook, dat zij al sinds ruim ’n jaar met goed gevolg bij het »Universum-Film-Aktiengesellschaft (Ufa) te Berlijn, de technische uitvoeringsmogelijkheden hadden onderzocht. De teekeningen benoodigd voor het mechanisch tot stand brengen van eene compositie, bestaan uit lange partituurrollen, waarop de ontwikkeling van de compositie opeenvolgend zijn aangegeven echter zóó, dat de tusschenliggende momenten langs mechanischen weg zich ontwikkelen. Deze exact uitgevoerde teekeningen, in zwart, wit en grijs bleken ondanks de nauwgezette uitvoering nog niet exact genoeg. De enorme vergrooting door de lens in ’n lichtveld b. v. van 10 M. × 6 M. verraadt elke zwakheid van de menschelijke hand en daar het niet meer de hand is, maar de geest die de kunst maakt en daar de nieuwe geest de grootst mogelijke bepaaldheid opeischt voor zijne uitdrukking, is slechts de machine in haar uiterste perfectie, de moderne machine, bij machte de hoogere eischen van den scheppenden geest te realiseeren[1]. De behoefte naar een streng bepaalde teekening maakt ’n machinale vaststelling der vlak — ruimte — en kleurverhoudingen noodzakelijk. Ook hier komt dus weer de hulpeloosheid van het primitieve handwerk aan het licht. Wanneer men weet dat voor een filmpartituur meer dan 300 teekeningen noodig zijn, zal men begrijpen, dat de abstracte filmbeelding het terrein is, waar de mechanische teekenwijze belangrijke diensten kan verrichten. De schilders Richter-Eggeling zoeken dan ook in die richting tot en oplossing te komen. Gesteund door de beste krachten op technisch en wetenschappelijk terrein (o. a. ook door Einstein) zal hen dit niet moeilijk vallen, doch daar Duitschland te arm is om deze kunst industrieel

73

  1. Belangrijk is hier op te merken, dat de S. I. M. P. A., machine fabriek te Millaan, een »Macchina a misurare«, door ’n kleine motor gedreven, heeft uit gevonden; waarvan ik’n exemplaar zag werken op de jaarbeurs te Milaan. Wij komen hierop nog terug.[1]Red.