Pagina:Stijl vol 04 nr 08 p 113-126.djvu/10

Deze pagina is proefgelezen


Breken wij voor goed met de aanbidding voor onze klassieke wandluizen.
Dynamiet onder de gruwelijke sensueele marmergedrochten van Michel Angelo.
Maar vooral dynamiet onder den stoel van den grooten Harmaphrodiet.

Wij nieuwe menschen, willen met de kunstenaars een strijd beginnen. Al deze kleine en schuwe fetichisten hebben slechts waarde voor zoover ze onze kunsthistorici over de eeuwigheid doen kwezelen. Zij hebben de enorme verbreiding van de onanie, de genourhoe en de syphilis op hun geweten. Ziedaar de zekerste verschijnselen van onze natuurlijke romantiek en de uitwerking van onzen historischen schoonheidszin.
De grieksch-latijnsche hermaphrodisie, die alle deelen van Europa heeft aangetast, was een slechte reductie voor onzen fetichistischen vrees om den natuurlijken tijd, de conventie en het bijgeloof te overwinnen.
Basta. Wij hebben geen gemeenschap meer met dit ras. Wij gaan niet prat op de exotische vreugde van beeldbelijdenis en geloof.
Wij zijn. Wij drijven. Gisteren heeft de wetenschap onze ...[1] van links naar rechts gebracht en van nu af aan verkiezen wij het tegen het plafond op te wandelen.
Van nu af aan is 2×2=5 of 6 al naar verkiezing en tellen wij:
9. 8. 3. 2. 1. ⅕ 4. 108 enz.
Van nu af aan voeden wij ons met diamanten, beschilderen onze tuinen met menie en komen stilstandig vooruit.
Het „Zie den mensch“, en het „Het is volbracht“ gisteren uitgesproken, zijn nu daad.

Moedig, mêedoogenloos en vast ontwikkelen wij onze geestelijke zintuigen en trekken strakke draden door het heelal, stellen vreemde lichtapparaten in de tijdlooze ruimte, leven zonder uurwerk en paslood – en werpen, lachend, de ons hinderende oogen, armen en beenen naar de verschrompelde en verschrikte menschheid daar beneden.


  1. Onleesbaar in manuscript.

122