P. MONDRIAN
DE „BRUITEURS FUTURISTES ITALIENS“ EN „HET“ NIEUWE IN DE MUZIEK
Dat de nieuwe tijdgeest zich o. a. ook in kunst uit, wordt men niet elken dag gewaar. Toch is het te constateeren. Zoo was het te constateeren bij de uitvoeringen der „Bruiteurs futuristes italiens“. Die echter „het“ nieuwe eischen, hebben zich slechts kunnen verheugen als zij het geduld hebben het stap voor stap te zien komen. Want zooals de Futuristen slechts één stap tot „het“ nieuwe in de schilderkunst deden, zoo doen zij, tot op heden, slechts één stap tot dat nieuwe in de muziek. Maar die stap beteekent reeds zeer veel.
„Het“ nieuwe in de muziek is wat „het“ nieuwe in het leven en in alle kunsten is. Het houdt in gelijkwaardigheid van het individueele en universeele; d. i. gelijkwaardigheid van natuur en geest. Want de nieuwe mensch is het tot het universeele gerijpte individu.
In kunst houdt het nieuwe dus in: gelijkwaardige beelding van het individueele en universeele, d. i. zuivere beelding van het universeele. En deze beelding is alleen mogelijk door het natuurlijke zooveel mogelijk te verinnerlijken en het-van-den-geest zooveel mogelijk tot bepaaldheid te brengen. Zoo alleen kan er een eenheid door een onderscheiden, maar gelijkwaardige tweeheid ontstaan, waardoor evenwichtige verhouding kan gebeeld worden.
„Het“ nieuwe in de muziek is dus niet een verrijking of verfijning of versterking van klank. Het ontstaat niet doordat (zooals Luigi Russolo, de uitvinder der bruiteurs, zegt) „aujourd’hui l’art musical recherche les amalgames de sons les plus plus dissonants, les plus étranges et les plus stridents“. Evenwel „leidt“ dit tot het nieuwe. We komen „tot“ het nieuwe doordat „nous
114