Amerika’s houding tegenover de kubisten en neo-kubisten. Niettegenstaande Picabia’s bewering, dat in Amerika alles „Dada is“ geeft onderstaand berichtje blijk, dat het esthetisch bevattingsvermogen des Amerikanen zeer beperkt, primitief en materialistisch is. Dit bericht het welk ons werd toegezonden door „L’Auxiliaire de la Presse“ (Rue de Rouleau 7 Bruxelles) is ontleend aan „Vooruit“ (Gent):
„Verschillende te New-York uitgegeven bladen protesteeren tegen een tentoonstelling van moderne kunst in het Metropolitan Art Museum.
De expressionistische en kubistische schilders worden er „vereerders van Satan“ in genoemd en de moderne kunst „Satanisme“: „duivelsvereering, welke een paar Europese schilders hebben uitgevonden en welke het kenmerk draagt van overgeërfden of verkregen waanzin.“ Enkele Amerikaansche zenuwartsen geven hun meening: „de doeken van deze modernste kunstenaars doen denken aan de teekeningen, welke gekken maken: het werk verraadt dezelfde geestesgesteldheid, welke menschen in het krankzinnigengesticht brengt.“
Zoo is in Amerika de strijd vóór en tegen de allermodernste kunst met felheid ontbrand.
Holland-Bolland. In Bolland’s logicadelirium is Hegel’s „Reine Vernunft“ tot parodie en daarmede tot einde geworden. Zoolaat zich de waarde der eenzijdig-abstracte philosofie, waaraan hoowel [hoewel, ed.] het „elan vital“ als de scheppende intuitie ontbreekt het best kennen aan wat zij uitwerkt, „den dood“ Adieu Tzara, vous avez raison, hein! „La logique constitue le squelette immobile de la pensée.“ B.
159