Pagina:Stijl vol 04 nr 10.djvu/9

Deze pagina is proefgelezen

op ander gebied de technici, mechanici en uitvinders, op het esthetische ervaringsgebied nieuwe afmetingen veroveren. Daar de geest, naarmate der levensintensiteit van het individu ontelbaar nieuwe ruimteafmetingen vermag voort te brengen, is de kunst, voor zoover zij ’n uitdrukking van den geest is in haar uitdrukkingsmogelijkheden onbegrensd.
Ook het kubisme kwam voort uit een nieuwe, andere, meer abstracte ervaring der realiteit. Het kubistische ervaringsvermogen was echter niet zóó zeer verschillend van het impressionistische, als het nieuwe van het kubistische.
De gevoeligheidstendenz bleef in het kubisme kwantitatief aanwezig, hoewel zij daar kwalitatief anders, verdiept verschijnt. De verbreking van den vorm is het directe gevolg van de behoefte, idealiteit en realiteit, of natuur en geest, gelijkwaardigheid te maken. Dit is van algemeen levensbelang en wel, omdat van dit nieuwe levensgevoel uit, een geheele evolutie mogelijk werd, waardoor de oude christelijke ideologie (dualisme) eindelijk kon worden overwonnen. Op grond van het nieuwe ervaringsvermogen, is het mogelijk, de symbolische inhoud, dezer ideologie, werkelijkheid te maken, vandaar, dat het nieuwe ervaringsvermogen vijandig staat aan elke eenzijdige idealiteit, aan elke eenzijdige abstractie en aan elke zinnebeeldige voorstelling daarvan. Daarom zullen, in de nieuwe verhoudingskunst zoowel uitsluitend zinnelijke (decoratieve) als uitsluitend abstracte tendenzen zijn uitgesloten. Zij is alleen mogelijk waar idealiteit en realiteit als eenheid wordt beleefd. Waar in dien zin de polariteit (natuur-geest) tot evenwicht komt, daar wordt als gevolg de mechanische verwerkelijking een noodzakelijkheid. Ook hierin was het kubisme zoowel als het futurisme een belangrijke phase. Evenmin als er, indien de innerlijke metaphysische drijfveeren voorhanden blijven, in de reeële verhoudingskunst sprake is van ornamentiek, zooals Daniel Henry het noemt, evenmin is er in de mechanische esthetiek sprake van materieele levensverindustrialiseering. (Wordt vervolgd)


151