een exact, een verdiept, een „mathematisch“ beeldingsmiddel, zoo is het de kracht hiervan, wat de beelding eenigszins van de overheersching van het natuurlijke bevrijdt en niet de „wet“ (die in de compositie optreedt). Het „systeem“ blijft natuurlijk, want in een „systeem“ moeten én beeldingsmiddel én compositie aan eén wet beantwoorden!
Zoo wordt dan, in kunst, door het systeem de graad van aesthetische verdieping bepaald. En in het systeem zijn ook weder graden van verdieping: een kunstsysteem evolueert in zich zelf! Bij eenzelfde levensgesteldheid wijzigt het zich: het verandert eerst als een ander leven mogelijk wordt. Het wijzigt zich gedurende het domineerend-physiek, het verandert, als gelijkwaardigheid van physiek-geest mogelijk wordt.
Tot aan het Neo-Plasticisme „wijzigde“ het systeem zich slechts. De beelding was en bleef die der natuurlijke verschijnin}}g. Zelfs de modernen, tot Puristen en Cubisten toe, gingen niet verder dan tot een zekere zuivering van natuurlijke vorm en kleur; zij bleven al was het in abstracte vorm, het natuurlijke beelden en daarmede de physieke beleving, min of meer.
Komt dit in de schilderkunst ten duidelijkste uit, van de muziek en de andere kunsten is hetzelfde te zeggen. Het systeem blijft sluiering van het natuurlijke, (al houdt, deze sluiering ook zuivering, verdieping in) het natuurlijke blijft domineeren, tot vorm in het beeldingsmiddel en de compositie daarvan is opgeheven.
(Slot volgt)
V. HUSZAR
RUIMTE-KLEUR-COMPOSITIE VOOR EEN EETKAMER
[auteursrechtelijk beschermd tot 1-1-2031.]
7