Pagina:Stijl vol 05 nr 02.djvu/7

Deze pagina is proefgelezen

het de zware taak van den kunstenaar zijn ook tegen dit rythme het onveranderlijke te doen opwegen. Want het rythme is in Neo-Plastische kunst het uiterlijke element in de compositie, zooals de kleur en de toon dit in het beeldingsmiddel zijn (zie boven). Het is de representatie van het individueele, hoe verinnerlijkt ook.
Dat de strakke tweeheid „als maat“ niet voldoende is om kunst te maken, hooren we in de moderne dansmuziek: Shimmy, Foxtrots, Tango. (Ook in de Shimmy als dans is de tegenstellende tweeheid, hak-teen, echter hoogst merkwaardig, als ook de snelheid in maat.) Hoewel in deze de nieuwe tijdgeest zich reeds begint te manifesteeren blijft zij, ook door de uiterlijkheid van „de maat“, min of meer banaal. Wanneer de tweeheid als drieheid of vierheid geaccentueerd wordt, of als ook „melodie“ intreedt, wordt het banale aanmerkeiijk vergroot. De accentueering „verindividualiseert“ niettegenstaande zij in de veelheid, weder eenigszins opgeheven wordt door tegenstelling. Zij houdt vast op een punt: begrenst. Interessant is het, ook weder in de moderne dans op te merken hoe cultuur door het individueele heen het universeele benadert; hoe het individueele, juist door zich te realiseeren, zich te niet doet. Zoo werden figuren als de „corté“ in de tango aanvankelijk zeer geaccentueerd (corté double) terwijl heden de accentueering bijna vervalt, de figuren snel op elkander volgen zoodat het eène het andere direct opheft. In de moderne dansmuziek is evenwel de tweeheid niet „tegendeelig“, al hooren we door de jazzband soms geluiden die de „harmonieuzen“ toon min of meer tegenstaan door timbre en aanslag en duidelijk aantonen dat een „niet-toon“ te construeeren mogelijk is.
Ook de plaats waar de Neo-Plastische muziek uitgevoerd zal worden zal aan nieuwe eischen moeten voldoen. Zij zal geheel anders zijn dan de traditioneele „concertzaal“. Voor gebouw en zaal bestaan verschillende mogelijkheden. Het een zal na het ander moeten

21