Pagina:TDKGM 01.032 (3 2) Koleksi dari Perpustakaan Museum Tamansiswa Dewantara Kirti Griya.pdf/2

Deze pagina is proefgelezen

grooten en ik wil alsnog gaarne trachten door persoonlijk bezoek bij verschillende luiden advertenties op je brochures te verkrijgen. Je zult het evenwel belijden dat ik ten opzichte van mijn persoon zoowel als ten opzichte van mijn gezin verplicht ben een werkkring te zoeken, die mijn eigen arbeidsruimte en mijn gezin een toekomst geeft, en dat ik mij zonder deze vooruitzichten aan geen enkele onderneming onverdeeld geven kan. Ik mag je echter wel boogen, dat als ik voor jouw advertenties ga werken ik je ook een vol deel van mijn activiteit wijden zal en dat ik niet stil zal zitten, ten einde jou van zoo groot mogelijk voordeel te zijn. Laten wij eens zakelijk zijn, en dit voorstellen. Jij betaalt het spoorweg abonnement, - ik mijn verblijfkosten. Van de te plaatsen advertenties krijg ik 10%, (in de kantlijn: A.) terwijl het overigen aldus wordt verdeeld: voor jou: (formule: x gedeeld door a+b, maal a)en voor mij (formule: x gedeeld door a+b, maal b), waarbij x is de ontvangsten na aftrek van 10%, - a= spoorwegabonnement, -b = verblijfskosten. Veronderstel ik lever je 3 pagina's en 3 x ½ pagina = f138. Spoorweg is f46.-, verblijfkosten bv. f10.- Dan krijg jij : (formule 138 min 13,80, gedeeld door 56, maal 46) ; - en ik krijg (formule 138 min 13.80, gedeeld door 56, maal 10, plus 13.80). Voor jou dus f102.02 en voor mij 35.98. Zou ik echter de verblijfkosten hooger opvoeren bv. tot f 25,- dan zou jij ontvangen: (formule 138 min 13.80, gedeeld door 71, maal 46 = 80.47) en ik ( formule 138 min 13.80, gedeeld door 71, maal 25, plus 13.80 = 57.53). In dit geval zou jij minder krijgen en ik meer, omdat ik op reis ruimer had geleefd. Hierin is natuurlijk een onbillijkheid gelegen. Misschien is het daarom beter aldus: (in de kantlijn : B.) van de opbrengst trek jij eerst je abonnement af, ik mijn verblijfkosten. De rest deelen wij samen: jij hebt dan verdiend aan je geld, ik aan mijn uitgaven en arbeid. Is de opbrengst minder dan de uitgaven, dan krijg jij ervan: ontvangsten gedeeld door onkosten, maal abonnement, en ik ontvangsten gedeeld door onkosten, maal verblijfkosten. Zijn de ontvangsten dan 138, en de verblijfkosten 10 resp. 25, dan krijg jij 87 en ik 51, resp. 79.50 en 58.50, waarbij jouw verdiensten dan zijn gelijk aan de mijne nl. 41 en 33,50. Is de opbrengst slechts bv. f.30.-, dan krijg jij daarvan (bij f.10 verblijfskosten) (formule 30 gedeeld door 56, maal 46) en ik (formule 30 gedeeld door 56, maal 10), is resp. 24.75 en 5.25. De onderneming heeft jou dan gekost f21.25 en mij 4.75 en mijn arbeid. Ik beveel je voorstel B in nadere overweging aan, omdat mij dit billijk lijkt wijl vermindering van mijn uitgaven jou zoowel als mij te goede komt. Immers, gaf ik bij die opbrengst 50 op reis uit, dan koste jou de zaak 32 en mij 35 ....