Pagina:TDKGM 01.157 (6) Koleksi dari Perpustakaan Museum Tamansiswa Dewantara Kirti Griya.pdf/5

Deze pagina is proefgelezen

5.


De schoollelder wordt blljkens het bepaalde onder VII, 1 op voordracht van den Gouwraad (zie onder V) en den Instructeur of Commissaris van den Hoogen Raad (zie pagina 7) door dien Raad aangewezen.

De gewone onderwijzer wordt aangesteld, overgeplaatst en ontslagen door den Instructeur of Commissaris van den Hoogen Raad, en den Gouwraad c.q. den Taman Siswaraad, zulks onder nadere goedkeuring van den Hoogen Raad (VII, 3).

Tenslotte worden de salarissen (naf'kahs) der onderwijzers met inachtneming van bepaalde regelen door den Schoolraad vastgesteld in overeenstemming met den Afdeelings- (Taman Siswa) raad (VI.2). De bedoelde regelingen brengen mede, dat de salarissen nauw verband zullen houden met de inkomsten der afdeeling.

Uit het vorenstaande volgt, dat de onderwijzer, zoowel de schoolleider als de gewone leerkrachten, door een daartoe aangewezen gezag worden werkzaam gesteld tegen een loon, hetwelk in sterke mate afhankelijk is van de resultaten der schoolinrichting. Eenig bezwaar om hier van een arbeidsovereenkomst te spreken kan aan dit laatste evenwel niet ontleend worden. Bepaaldelijk ligt de zaak niet zoo, dat de onderwijzers een maatschap zouden aangaan om het voordeel der schoolexploitatie te deelen.

Mocht er bezwaar bestaan om hier van een arbeidsovereenkomst te spreken, waarvoor ik overigens geen enkele aanleiding zie, dan zou in elk geval de bepaling van artikel 2 letter c der ordonnantie van toepassing zijn, daar de onderwijzers, zooals hiervoor betoogd, niet in eigen bedrijf, maar in en voor het door een ander uitgeoefend bedrijf werkzaam zijn.

Naar