Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/105

Deze pagina is proefgelezen

Troonrede 15 september 1998
Beatrix, Koningin der Nederlanden
(Minister-president: Wim Kok)


Leden van de Staten-Generaal,

In deze tijd van ongekende technologische ontwikkelingen en vervagende grenzen wordt eens temeer duidelijk hoezeer landen en volkeren van elkaar afhankelijk zijn. De wereld lijkt steeds kleiner te worden. Ingrijpende politieke, economische en maatschappelijke veranderingen elders beinvloeden ook ons land. Conflicten en onrust dringen snel door in het dagelijks leven. In deze onzekerheid moeten wij onze weerbaarheid vergroten en onze kwetsbaarheid verkleinen door met overtuiging te blijven investeren in alles wat samenhang en evenwicht kan bevorderen. Zo kunnen wij ook, met andere landen, onze bijdrage leveren aan stabiliteit in de wereld. De noodzaak van hechte samenwerking met onze Europese partners is groter dan ooit.

Een evenwichtige, weerbare samenleving kenmerkt zich door goede verhoudingen tussen burgers en overheid, door verdraagzaamheid tussen burgers onderling en tussen bevolkingsgroepen. Verschillen geven kleur aan de samenleving, maar mogen niet tot onoverbrugbare afstanden leiden.

Gemeenschapszin en persoonlijke verantwoordelijkheid zijn beide nodig om antwoord te kunnen geven op de grote vraagstukken en uitdagingen van deze tijd. Veel van de voornemens voor het komende jaar staan in het teken van duurzaamheid, stabiliteit en samenwerking.

Burgers moeten kunnen blijven rekenen op een actieve, verantwoordelijke en betrouwbare overheid. De kwaliteit van bestuur, wetgeving en rechtspleging krijgt hernieuwde aandacht en wordt toegesneden op de eisen van deze tijd. Reeds dit najaar zal de regering in nauwe samenwerking met de rechterlijke macht een aanvang maken met een betere toerusting van de zittende magistratuur.

Het openbaar bestuur is aan verandering onderhevig. Het moet doorzichtiger voor de burgers zijn, het dient snel en zorgvuldig te werken en de prestaties behoren beter te kunnen worden getoetst. De regering zal initiatieven nemen ter versterking van de gemeentelijke democratie. Nog deze maand zal een staatscommissie worden ingesteld die uiterlijk eind volgend jaar advies zal uitbrengen over de wijze waarop vorm kan worden gegeven aan meer dualisme. Daarbij wordt tevens bezien hoe een eventuele invoering van de gekozen burgemeester zich tot een duaal bestel zou verhouden. De regering zal spoedig een voorstel tot wijziging van de Gemeentewet indienen om een grotere invloed van burgers op de benoeming van de burgemeester mogelijk te maken.

Veiligheid gaat de gehele gemeenschap aan. Voor een veiliger Nederland is meer nodig dan uitsluitend grotere inspanningen van politie en justitie. Integrale veiligheidsplannen – opgesteld en uitgevoerd door overheid, burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen – brengen dit tot uitdrukking. De verruiming van middelen voor politie en justitie zal samengaan met een doeltreffender aanwending van de reeds beschikbare capaciteit. De verantwoordelijkheid voor het