Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/136

Deze pagina is proefgelezen

Troonrede 16 september 2003
Beatrix, Koningin der Nederlanden
(Minister-president: Jan Peter Balkenende)


Leden van de Staten-Generaal,

De internationale en nationale ontwikkelingen van het afgelopen jaar hebben de onzekerheden in ons dagelijks bestaan doen toenemen. Burgeroorlogen, aanslagen en andere vormen van geweld treffen iedere dag weer vele onschuldige mensen. Dit roept de vraag op hoe Nederland kan bijdragen aan duurzame vrede, veiligheid en armoedebestrijding. Aardbevingen, overstromingen en droogte confronteren overal in de wereld de mens met zijn beperkingen. Ook ons land is niet gespaard gebleven voor de gevolgen van langdurige droogte, ondanks de grote aandacht voor het waterbeheer.

De teruggang van de economie is in Nederland in alle scherpte voelbaar geworden. Na jaren van voorspoed leidt dit voor veel burgers onverwacht tot onzekerheid. Dagelijks worden honderden mensen werkloos. De problemen van onze economie zijn niet alleen conjunctureel van aard. Om tot duurzaam herstel te komen is het noodzakelijk de economische structuur te versterken en de sociale zekerheid grondig te herzien. De regering beseft dat dit in eerste instantie voor veel mensen ingrijpende gevolgen zal hebben.

Er zijn ook grote zorgen om de cohesie in onze samenleving. De waarden van verschillende bevolkingsgroepen blijken soms ver uit elkaar te liggen en de integratie verloopt niet voorspoedig. Voorts zijn de onveiligheid en overlast op straat en de aantasting van de leefomgeving verontrustend. De grote steden zien zich geplaatst voor een opeenhoping van problemen.

De regering onderkent deze onzekerheden en problemen en ziet het als haar opdracht om weer perspectief te bieden. Zij wil bijdragen aan een sterke en duurzame economie, een slagvaardige overheid, een levende democratie en een veiliger samenleving. Dit perspectief vereist structurele hervormingen, waarbij het resultaat voor de lange termijn belangrijker is dan de nadelige gevolgen op de korte termijn. Met het oog op de toekomst van ons allen acht de regering nu scherpe keuzes noodzakelijk. De regering beoogt daarmee eveneens een cultuuromslag tot stand te brengen. De overheid dient ruimte te laten aan het initiatief van burgers en bedrijven. Daadwerkelijke verbeteringen zijn alleen mogelijk indien iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt en meedoet in onze maatschappij. De overheid kan niet de oplossing voor alle vraagstukken bieden en behoort dat ook niet te doen. Zij moet juist de randvoorwaarden scheppen om problemen oplosbaar te maken. Daartoe dient zij minder regels te stellen en die regels beter te handhaven. Deze uitgangspunten staan in het beleid van de regering centraal.

Nederland raakt steeds meer verweven met Europa, zowel in politiek als in economisch opzicht. De Europese Unie is een waarde- en rechtsgemeenschap. Zij heeft zich gaandeweg ontwikkeld tot een vrije markt voor goederen, personen, kapitaal en diensten. Een gemeenschappelijk handels-,