Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/178

Deze pagina is proefgelezen

Troonrede 18 september 2012
(Minister-president: Mark Rutte)


Leden van de Staten-Generaal,

De begroting die de regering u vandaag aanbiedt, heeft betrekking op een bijzonder jubileumjaar in onze vaderlandse geschiedenis. In 2013 begint de nationale viering van 200 jaar Koninkrijk. Na een uiterst turbulente periode in ons land en overal elders in Europa, werden in 1813 de grondslagen gelegd voor een nieuw staatsbestel. Prins Willem Frederik, de latere koning Willem I, gaf bij zijn aankomst in Scheveningen een proclamatie uit. Daarin sprak hij niet alleen over de herwonnen vrijheid, maar ook over het grote belang van herstel van handel en welvaart. De notabelen die hem kort daarna het landsbestuur aanboden, benadrukten de veerkracht die op dat moment werd gevraagd van de hele samenleving.

Twee eeuwen later, en in een heel andere maatschappelijke en staatkundige context, staat ons land opnieuw voor een opgave die om grote veerkracht vraagt. De financiële en economische crisis die de wereld sinds 2008 in haar greep houdt, raakt ook Nederland hard. Economisch herstel volgt niet vanzelf.

De opening van dit parlementaire jaar vindt plaats in een periode van kabinetsvorming. De demissionaire status van het huidige kabinet noopt tot terughoudendheid bij het doen van nieuwe voorstellen. Tegelijkertijd duldt de aanpak van de urgente problemen waar we in eigen land en in Europa voor staan geen uitstel.

De groei van de economie blijft wereldwijd achter bij de verwachtingen. Mede door de schuldencrisis in enkele landen binnen de eurozone is de economische crisis dieper en hardnekkiger dan eerder voorzien. Nederland, met zijn open en internationaal georiënteerde economie, wordt door dit alles bijzonder getroffen. Grote en kleine bedrijven ondervinden hiervan de gevolgen. Hoewel de werkloosheid in ons land in vergelijking met het buitenland nog relatief laag is, stijgt deze ook hier. Het is extra zorgelijk wanneer jongeren na hun opleiding geen werk kunnen vinden.

Onder de huidige omstandigheden is het begrijpelijk dat mensen zich zorgen maken over hun baan, hun pensioen, de waardeontwikkeling van hun huis en de toekomst van hun kinderen. De regering beseft dat zij bij het gezond maken van de overheidsfinanciën en het veiligstellen van toekomstige welvaart belangrijke offers vraagt van alle Nederlanders. Ook als de economie en het consumentenvertrouwen weer aantrekken, is het realistisch te veronderstellen dat groeicijfers in de toekomst lager zullen zijn dan we in het recente verleden gewend waren. Tegelijkertijd leven wij in een van de meest welvarende landen ter wereld, met een hoog niveau van voorzieningen. Het is goed ons dit bewust te zijn en van daaruit met kracht en vertrouwen samen te blijven werken aan herstel.

Het regeringsbeleid richt zich op houdbare overheidsfinanciën, maar ook op bevordering van ondernemerschap, investeren in infrastructuur en versterking van veiligheid, onderwijs en innovatie. Er zijn op meerdere gebieden grote stelselwijzigingen tot stand gebracht, zoals de