Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/64

Deze pagina is proefgelezen

jaar of ouder zijn geen enkel nadeel ondervinden, en zij die nu jonger dan vijftig jaar zijn hun uitkering, althans in guldens, niet achteruit zien gaan.

De soberheid bij de overheidsuitgaven, de inkomensmatiging en het herijken van de sociale zekerheid staan alle drie in het teken van werkgelegenheid voor een groeiende beroepsbevolking en van welvaart, die het draagvlak biedt voor behoud van gemeenschapsvoorzieningen. Deze welvaart moet echter, met het oog op duurzame ontwikkeling, nadrukkelijk getoetst worden aan behoud en herstel van het milieu. In ons land zijn wij volop bezig het Nationaal Milieubeleidsplan zo snel en concreet mogelijk uit te voeren.

Daarbij hoort ook het verbeteren van de handhaafbaarheid van de milieuregelgeving. Mede in het licht van de ontwikkelingen in de Europese Gemeenschap wordt de mogelijkheid van regulerende heffingen zorgvuldig overwogen. De opbrengst zal worden aangewend voor de verlaging van de arbeidskosten. Hopelijk kan hiermee op 1 januari 1993 een aanvang worden gemaakt. Intussen wordt ook hard gewerkt aan het milieubeleid van de Europese Gemeenschap.

De mondiale milieu-uitdaging zal volgend jaar een belangrijke impuls krijgen door de Conferentie van de Verenigde Naties over milieu en ontwikkeling, die in Brazilië zal plaatsvinden. De Nederlandse regering hoopt dat dan een Wereldklimaatverdrag gereed zal zijn, evenals een verdrag over tropische bossen en biologische diversiteit. Op deze conferentie zullen de geindustrialiseerde landen moeten tonen dat het hun ernst is met hun streven naar duurzame ontwikkeling. Bij deze duurzame ontwikkeling gaat het ook om natuur en natuurbehoud in ons eigen land, waarbij gelukkig steeds meer burgers, verenigingen en organisaties zich betrokken blijken te voelen. De spectaculaire ontwikkeling van de landbouw in de laatste decennia heeft ons voor grote milieuproblemen gesteld, die nu tot een oplossing gebracht moeten worden. Met het bedrijfsleven, dat in dezen voor een zware opgave staat, zal overleg worden gevoerd over de noodzakelijke maatregelen. Gegeven de ernst van de problemen zal wél strikt de hand gehouden moeten worden aan het afgesproken tijdpad. In meer algemene zin staat onze landbouw nog voor forse aanpassingsproblemen. Europese en mondiale ontwikkelingen dwingen hiertoe. De problemen zijn niet gering. De geschiedenis leert echter dat de beste weg is een tijdige gemeenschappelijke aanpak gericht op verandering.

Aan de verdere ontwikkeling van de Europese Gemeenschappen kan Nederland als voorzitter de komende maanden richting helpen geven. Het gaat daarbij om drie aspecten: ten eerste de voltooiing van de interne markt in ruime zin, dus ook met een sociale dimensie; ten tweede het leggen van de fundamenten voor een verdere integratie door middel van de Economische en Monetaire Unie en de Europese Politieke Unie; ten slotte, zorgen dat Europa openstaat naar de wereld buiten de huidige grenzen van de Gemeenschappen. Dit laatste heeft concreet betrekking op de samenwerking met de leden van de Europese Vrijhandelsassociatie en met de nieuwe democratieën op ons continent. Daarnaast is een succesvolle afronding van de internationale handelsbesprekingen, de zogeheten Uruguay-Ronde, van grote betekenis. De verdere economische expansie van ontwikkelingslanden is hiermee gediend, alsmede het proces van economische hervormingen in de landen van Oost-Europa. Bovendien is het van wezenlijk belang voor het mondiaal herstel van de economie. Ontwikkelingssamenwerking is een proces van lange adem. Ondanks teleurstellingen zijn er de afgelopen dertig jaar resultaten geboekt: de kindersterfte is