Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/75

Deze pagina is proefgelezen

starheid van de arbeidsmarkt vraagt voorts om meer deeltijdbanen en verlenging van bedrijfstijd. Daarom is het nodig de regels voor de arbeidstijden te versoepelen. Herziening van het ontslagrecht en meer mogelijkheden voor uitzendbureaus kunnen voor ondernemingen de drempel verlagen om personeel in dienst te nemen. Het algemeen verbindend verklaren van CAO’s schiet zijn doel voorbij voor zover dat het deelnemen aan betaalde arbeid schaadt. Een nadere afweging is dus geboden.

Naast al deze structurele verbeteringen met het oog op meer werk, is het dringend noodzakelijk het loonkostenpeil beter in de hand te houden. Ruim een jaar geleden adviseerde de Sociaal-Economische Raad dat voortaan de lonen niet verhoogd, maar de lasten beheerst moeten worden. Dat advies is door de regering gevolgd. Nadat vervolgens onze concurrentiepositie daarenboven schade ondervond van muntontwaarding in andere Europese landen, is in 1993 in goed overleg tussen regering en sociale partners gekozen voor loonkostenmatiging. Deze kwam echter te traag op gang en bovendien nam de internationale concurrentie – ook uit Azië – verder toe. Algemene salarisverhogingen zijn daarom – na wat er in 1993 gebeurd is – volgend jaar niet verantwoord. De regering spreekt de hoop uit dat de sociale partners voor werk zullen kiezen en de noodzaak van een échte pas op de plaats zullen onderschrijven. Zonodig zal dit bij wet geregeld moeten worden. Dit betekent niet dat salarisverbeteringen zoals periodieken en hogere betaling bij betere geschooldheid geen doorgang mogen vinden. Voor het goed functioneren van de arbeidsmarkt zijn deze juist wél nodig. In het verlengde van de algemene inkomensmatiging zal volgend jaar de zogenaamde inflatiecorrectie niet worden toegepast, overigens op een wijze dat dit slechts effect heeft op het inkomen boven de eerste schijf. Voorgesteld wordt het arbeidskostenforfait aanzienlijk te verhogen. Zo zal voor werkenden in plaats van een algemene loonsverhoging het grotere arbeidskostenforfait ervoor zorgen dat werken meer loont. Alles bijeen is er dan sprake van enige verlaging van de loon- en inkomstenbelasting. Een deel van de hogere inkomsten uit benzine- en dieselaccijns zal hiervoor worden gebruikt. Daarnaast worden ook andere lastenverlichtende maatregelen met het oog op investeren en groei in ons land hieruit betaald. Bij dit geheel is bijzondere aandacht gegeven aan het midden- en kleinbedrijf.

De benzine- en dieselaccijns zullen na de voorgenomen verhogingen in Duitsland en Nederland op ongeveer hetzelfde niveau liggen.

In de afgelopen jaren is met wisselend succes begonnen aan het herijken van ons stelsel van sociale zekerheid en sociale voorzieningen. Kernpunt is steeds weer dat het beter is mensen te activeren tot werk dan hun tekort aan inkomen aan te vullen; juist om de voorzieningen in stand te houden voor hen die erop aangewezen zijn.

Als vervolg op eerdere voorstellen tot wijziging van de Wet op de arbeidsongeschiktheid, de Ziektewet en de Nabestaandenwet worden nu voorstellen gedaan voor de Werkloosheidswet en de Algemene Bijstandswet. Bij de uitvoering van de bijstand zullen de gemeenten een grotere beleidsverantwoordelijkheid krijgen, opdat uitkeringen meer op maat zullen zijn. Bovendien zullen de gemeenten fraude en oneigenlijk gebruik veel actiever gaan bestrijden. Koppeling van bestanden om gegevens te kunnen vergelijken en de toepassing van administratieve sancties zullen hieraan dienstbaar zijn.