Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/79

Deze pagina is proefgelezen

onze toekomst, en ons Europa zal op zijn beurt moeten samenwerken met andere continenten. Dat is niet altijd eenvoudig.

Onze boeren en tuinders ondervinden binnen en buiten Europa scherpe concurrentie. Toch is een open Europa en een internationaal handelsakkoord geboden. De regering wil met allen die werkzaam zijn in landbouw en visserij zorgvuldig naar oplossingen zoeken, of het nu de milieu- of de internationale problematiek betreft.

Datzelfde geldt voor al die bedrijven en werkers die bij verkeer en vervoer op de weg en op het water betrokken zijn. Ook voor hen is het economisch klimaat moeilijk. Dat vraagt om een beleidsaanpak te zamen met de regering, maar dan wel zó dat de gekozen oplossingen ook in het Europa van morgen houdbaar zijn.

Na het verdwijnen van de militaire dreiging van het communisme zijn de verhoudingen op het Europese continent gewijzigd. Onze krijgsmacht is dan ook definitief op weg naar een nieuwe bijdrage aan vrede en veiligheid. Aan U, leden van de Staten-Generaal, zal worden gevraagd in te stemmen met een herziening van de Grondwet, die het mogelijk maakt dat de Nederlandse strijdkrachten over een aantal jaren zullen bestaan uit mannen en vrouwen die op grond van een eigen keuze daar een functie vervullen. Een deel van het huidige defensiepersoneel zal in onze samenleving ander werk moeten gaan doen. Een aantal van hen zal elders bij de overheid aan de slag kunnen, bijvoorbeeld bij de bestrijding van de criminaliteit of in het gevangeniswezen.

Het belang van de vredesoperaties van de Verenigde Naties is sterk toegenomen. Onze militairen, zowel dienstplichtigen als beroeps, doen – van Cambodja tot Bosnië – veel belangrijk werk, dikwijls onder zeer moeilijke omstandigheden. Een woord van waardering en dank aan allen die zich hiervoor inzetten, is op zijn plaats.

Ondanks die inzet is het pijnlijk dat Europa zich zo machteloos toont waar het veiligheid en vrede in ons werelddeel betreft. Ook daarom is het goed dat de strijdkrachten in Europa steeds meer samenwerken. Dit kan de voorwaarden scheppen voor doeltreffend en geloofwaardig optreden in de toekomst. Het Verdrag van Maastricht opent het perspectief voor een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid: een sterk en besluitvaardig Europa dat de vrede daadwerkelijk dient en daarmee wezenlijk bijdraagt aan het Atlantisch Bondgenootschap.

Het Verdrag van Maastricht is nu door de parlementen van alle lidstaten aanvaard, maar het echte werk moet nog beginnen. Eén Europa, met behoud van eigen identiteit van de lidstaten bij alle verscheidenheid van cultuur en tradities. Eén Europa, dat economisch herstel stimuleert, met veel investeringen, maar tegelijk met een zorgvuldig uitgavenbeheer. Eén Europa, dat samenwerkt in de internationale organisaties en consequent zijn bijdrage levert aan de mondiale milieu- en ontwikkelingsinspanning.

Ook Nederland ziet toekomst in Europa, maar dan wel een Europa dat zich niet tot een fort ontwikkelt. Integendeel, ons land wil handel en samenwerking met andere continenten, en wij willen dat in het bijzonder met Midden- en Oost-Europa. Voor succesvolle internationale samenwerking kan culturele uitwisseling niet gemist worden. Een bloeiend kunstleven in ons eigen land is daartoe de beste voorwaarde.