Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/83

Deze pagina is proefgelezen

toepassing van de sociale norm die erop is gericht de langdurige werkloosheid stelselmatig terug te dringen. De regering zal nagaan op welke wijze de flexibiliteit van arbeidspatronen kan worden vergroot, mede gelet op individuele behoeften met betrekking tot betaalde arbeid, zorgtaken, studie en vrije tijd.

Voor duurzame versterking van de economie en van de werkgelegenheid is de medewerking van de sociale partners belangrijk. Met hen wil de regering op korte termijn overleggen over de vraag hoe de beoogde effecten bereikt kunnen worden. Versterking van de economie kan niet zonder een goed milieubeleid. In ons dagelijks handelen wordt aandacht voor het milieu steeds belangrijker. Mede dankzij de inzet van de burgers komen het preventiebeleid op het gebied van afval en het gescheiden inzamelen steeds beter van de grond. Hoewel de C02-uitstoot zich voor het eerst sedert lange tijd lijkt te stabiliseren, zijn er verdere verbeteringen op dat terrein noodzakelijk. Ook het oplossen van de mestproblematiek en het beheersen van de mobiliteit vragen om voortgaande inspanningen.

De regering zet zich met kracht in voor het bereiken van overeenstemming over een energieheffing op Europees niveau. Mocht dit voorlopig niet mogelijk blijken, dan zal in 1995 de invoering van een kleinverbruikersheffing worden voorbereid. De heffing zal een bijdrage moeten leveren aan het bereiken van de vastgestelde milieudoelen. Behoud en verbetering van het milieu vereisen ook een mondiale aanpak. De regering zal daarom een actief internationaal milieubeleid voeren.

De Europese integratie is op weinig terreinen zo direct merkbaar als in de land- en tuinbouw. De agrarische sector staat voor de uitdaging zijn grote bijdrage aan de nationale economie te blijven leveren en deze tegelijkertijd in evenwicht te brengen met de belangen van natuur, milieu, landschap en het welzijn van dieren. Voor een vitaal, aantrekkelijk en leefbaar platteland zal de komende jaren een actief vernieuwingsbeleid worden ontwikkeld. De realisering van een duurzame ecologische hoofdstructuur past daarin. De overheid zal, door middel van lagere lasten en het wegnemen van belemmerende regels, voorwaarden scheppen om de concurrentiekracht van de land- en tuinbouw te behouden. Het tot stand brengen van de noodzakelijke aanpassingen aan markt en milieu is ook een taak van de sector zelf. De afgelopen vijftig jaar hebben geleerd dat boeren en tuinders daartoe over de slagkracht en inventiviteit beschikken, alsook bereid zijn te investeren.

Begin 1995 zal aan de Tweede Kamer de nota ‘Ruimtelijk-economisch beleid voor de periode 1995-1999 worden voorgelegd. Uitgangspunt is dat regio’s niet geïsoleerd, maar in onderling verband en in samenhang met de internationale omgeving worden beschouwd.

De groeiende behoefte aan woningbouwlocaties maakt het nodig zorgvuldig om te gaan met de belangen van natuur, landschap en recreatie. De noodzakelijke investeringen vragen om een forse inspanning van de betrokken overheden en de marktsector. Het leefbaar houden van het stedelijk gebied verdient bijzondere aandacht. Voor de versterking van onze Nederlandse concurrentiepositie is een samenhangend en duurzaam vervoersbeleid een vereiste. Centraal staan de investeringsplannen voor de mainports Rijnmond en Schiphol, de achterlandverbindingen, de grote stadsgewesten en de stedelijke knooppunten. De procedure voor de planologische kernbeslissing betreffende de Hogesnelheidslijn is thans in de inspraakfase.