Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/88

Deze pagina is proefgelezen

Troonrede 19 september 1995
Beatrix, Koningin der Nederlanden
(Minister-president: Wim Kok)


Leden van de Staten-Generaal,

Veel landen in de wereld bevinden zich in een fase van dynamische vernieuwing en economische expansie. Nederland wordt uitgedaagd daarbij niet achter te blijven. Om de bevolking voldoende perspectief te kunnen bieden op welzijn, werk en welvaart zijn versterking van onze concurrentiekracht, vergroting van de arbeidsdeelname en voortgaande sanering van de overheidsfinanciën noodzakelijk.

Actieve participatie is speerpunt van beleid. De regering wil burgers in staat stellen zich te ontplooien en hen aanmoedigen een actieve bijdrage te leveren aan het maatschappelijk, cultureel en economisch leven. De capaciteiten van alle mensen behoren in onze samenleving tot hun recht te komen.

De vernieuwing van het sociaal stelsel gericht op het beter inschakelen van mensen in het arbeidsproces begint vruchten af te werpen. Mede als gevolg van de hogere economische groei en het beleid van overheid en sociale partners zullen er in 1996 ongeveer 100.000 banen bijkomen.

Voor het eerst in tientallen jaren daalt het aantal mensen beneden de 65 jaar dat afhankelijk is van een uitkering. Hierdoor ontstaat financiële ruimte voor de noodzakelijke lastenverlichting, vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Zo wordt het voor werkgevers aantrekkelijker mensen met weinig opleiding of werkervaring in dienst te nemen. Dankzij de forse toename van de werkgelegenheid is de koppeling van de uitkeringen en de AOW-pensioenen aan de contractlonen volgend jaar weer verantwoord. Een beheerste ontwikkeling van de inkomens blijft nodig om in de toekomst voldoende werkgelegenheid te scheppen en het draagvlak voor een solide en rechtvaardig sociaal stelsel te versterken. Een bijzondere inspanning is vereist om langdurig werklozen nieuwe kansen te bieden. Aan initiatieven van gemeenten en instellingen zal ruim baan worden gegeven. De regering doet een beroep op sociale partners om zo veel mogelijk werkzoekenden in te schakelen.

De sanering van de overheidsfinanciën wordt gestaag voortgezet. Zowel in 1995 als in 1996 zal het financieringstekort dalen. Ook de druk van belastingen en premies zal in beide jaren verder afnemen. Het beheerste uitgavenbeleid maakt het mogelijk om de in het regeerakkoord overeengekomen beleidsintensiveringen te realiseren en bovendien voor volgend jaar extra middelen vrij te maken voor veiligheid, sociale integratie, milieu en infrastructuur.

Door het open karakter van onze economie maakt Nederland een goed gebruik van de gunstige internationals conjunctuur. Daartegenover staat dat ons land ook kwetsbaar is voor invloeden van buitenaf. Nieuwe impulsen zijn daarom nodig om de dynamiek en het aanpassingsvermogen van onze economie te vergroten. Nederland zal zo beter kunnen voldoen aan de eisen die de