Pagina:Tweede reize door de Majorij van 's Hertogenbosch.pdf/178

Deze pagina is proefgelezen
(158)

ken Godsdienst-haat niet verbergen, wijl zij nog geduurig in dit jaar den Eerdienst der Hervormden hebben trachten te ſtooren, en nog dikwijls, onder het Prediken, met ſteenen door de Glazen ſmijten.

Hier hebt Gij nu die zaaken, waarömtrent ik in het voorleden jaar, wegens het verkeerd bericht, dat men mij mededeelde, geſeild heb – Nu nog over wat anders.

De Aardrijkskundige G. Mercator[1] wil, dat de Majorijënaars een overblijfſel zouden weezen van de oude Advatikers, waarvan Julius Cæsar dikwijls in zijne Schriften gewaagt; anderen verſtaan door de Advatikers de toenmaalige bewooners van het Graafschap Namen of Namur. Dit laatſte gevoelen ſchijnt mij verre weg het waarſchijnlijkſte te weezen.

's Hertogenbosch zou in het jaar 1184 door den Hertog Godfried III, bijgenoemd: in de Wieg geſticht weezen[2]. Hij was Vader van Hertog Henrik I, en overleed in het jaar 1187. – Een zeer ſlecht Latijnsch tijdſchrift, zijnde van deezen inhoud:

godefrIdVs dVX e sILVa feCIt oppIdVM.

schijnt
  1. Atlantis Pag: 204.
  2. J. van Oudenhoven, Beſchrijvinge van de Stadt 's Hertogenboſche. Bl: 2 en 7. J. L. Godfried, Historiſche Chronijk., I. Deel. Bl: 1142. F. M. Janiçon, de Republiek der Veréénigde Nederlanden. Deel III. Bl: 120. Histoire Generale des Pais-bas. Tom. I. Page 240. edit a Brusſelles 1743. J. F. Martinet, Historie der Waereld. VIII. Deel, Bl: 45. en zijn Veréénigd Nederland, Bl: 45.