Pagina:Tweede reize door de Majorij van 's Hertogenbosch.pdf/46

Deze pagina is gevalideerd

(26)

dit verhaal ? – Is het niet meer aartig dan waarschijnlijk? Mijn Vriend! – Het volgende mag ik niet vergeeten, om hier bij te voegen: In het jaar 1798. verliet de Molenaar van Hoogloon den Roomschen Godsdienst, en ging over tot dien der Hervormden; denklijk deed hij deezen stap uit overtuiging en geenzints uit eigenbelang; want hij was een man, volgends het getuigenis der Roomschen zelf, op wiens gedrag niets te zeggen valt, hij was daarteboven zeer wel gegoed, en heeft alles, omdat hij zich in de Majorij nu niet veilig achte, verlaaten; hij leeft thands, zo ik wel onthouden heb, als Molenaars-knecht in Overijssel. – Hoe veel zou hier voor den Hervormden, indien zij zoo veel prijs stelden op het Proselieten-maaken als de Roomschen, te roemen vallen. Een braaf man verlaat alles, zijne moeder, broeders en zusters, met een woord: al wat hij bezit, stelt zich bloot aan haat en vervolging, en omhelst de Leer eener Kerk, welke thands geheel in de onderdrukking zit. – Welk een hemelsbreed onderscheid tusschen deezen overgang en dien van den beruchten Frans Voorhout te Alkmaar! Zou de Pastoor P. Schouten wel zoo veel leven, en zoo veel water vuil gemaakt hebben, indien dit geval aan hem en anderen waereldkundig ware geweest? neen zeker niet! - het verschil is te groot.

Vessem is ook geen schoon Dorp; men ziet 'er slechts eene middenmaatige Kerk en eene hooge spits op deszelfs tooren. – Hier hebben de Roomschen thands de Kerk der Hervormden in

be-