Pagina:Tweede reize door de Majorij van 's Hertogenbosch.pdf/78

Deze pagina is proefgelezen
(58)

droefde gezigten bij malkanderen, en klaagden met diepe zuchten, dat 'er voor meer dan zeventig guldens aan beschadigd was. Rampzalige Goden! ellendige Heiligen! die Uzelven niet beschermen kunt. – Houten geloof! onzeker vertrouwen! dat op U gevestigd word!! – Het was gelukkig, dat niemand der Hervormden éénen Franschman had gesproken, anders had men hun zeker hiervan de schuld gegeeven.

Gisteren wandelde ik eens de Peel in. Het was zeer aangenaam, om de menigte van menschen, in den Turf arbeidende, te zien. Voor weinige jaaren heeft men eenen nieuwen regten weg van Deurne door de Peel naar het Pruissisch Dorp Venrooi aangelegd; dit is een allernuttigst werk, wijl hier van te vooren veele Reizigers verdwaalden; één uur van Deurne ligt aan even dien zelfden weg, bij de grenzen van Pruissisch Gelderland, eene herberg, de Hut genoemd, hier dronk ik een kannetjen Bier, rookte mijn pijpjen in pace, en ruste wat uit, waaröp ik weder langzaam naar Deurne stapte. Deeze herberg ligt zeer eenzaam in het midden der Peel, een geheel uur van alle huizen afgezonderd; zulk eene wooming zoudt Gij toch niet verkiezen, mijn Vriend! en ik ook niet; doch de bewooner heeft één voorrecht, het geen veele missen – hij krijgt nimmer twist met zijne buuren. – In de Kaart van Verhees is hier eene groove fout, want hij plaatst de Hut buiten de grenzen van de Majorij in het Pruissische.

In de Majorij, vooräl in Kempenland, en ook

op